Mt.8,5-11 (4/12/2023)
5 Toen Jezus binnenging in Kafarnaüm,
kwam er een centurio [honderdman, Romeinse legeroverste] smekend naar hem:
6 “Heer, mijn jongen [kan zijn zoon zijn, of een dierbare knecht]
ligt thuis verlamd en lijdt vreselijke pijn.”
7 Jezus zei hem:
“Ik zal hem komen genezen.”
8 Maar de centurio antwoordde hem:
“Heer, ik ben te klein dat je in mijn huis zou komen,
maar spreek slechts één woord
en mijn jongen zal gezond worden.
9 Want ook ik ben een mens aan wie volmacht werd gegeven.
Ik heb soldaten onder mij
en als ik tot de ene zeg ‘ga’, dan gaat hij,
en tot de ander ‘kom’, dan komt hij,
of tegen mijn dienstknecht ‘doe dit’, dan doet hij dat.”
10 Toen Jezus dit hoorde, verwonderde hij zich
en zei tegen wie hem volgden:
“Amen, ik zeg jullie:
Zelfs in Israël heb ik niet zo’n groot geloof/vertrouwen gevonden!
11 Daarom zeg ik jullie
dat velen van oost tot west zullen komen
en met Abraham, Isaak en Jakob
deel zullen hebben aan het koningschap van de hemelen.
Wat mij opvalt, is de menselijkheid en bescheidenheid van de honderdman. Zijn houding getuigt van grote innerlijke vrijheid en is een voorbeeld van dienend leiderschap. Zolang de knecht bevelen ontvangt en ze uitvoert, is hij een knecht, zodra hij echter ziek wordt, verandert de relatie naar één die buiten de ‘machts’orde staat: de knecht wordt een geliefd kind.
Dit is ‘Evangelie’ in haar essentie: Niemand is baas maar ieder is knecht. Niemand stelt zich boven de ander maar ten dienste van de ander. Dat is de wereld op zijn kop. Het is een perspectiefwissel: niet langer je opstellen als boven-geschikte maar als even-geschikte, als naaste, waardoor je in een relatie komt te staan die verrijkt en motiveert.
Liefde is hiertoe dé drijfveer en hét draagvlak. Ze maakt het mogelijk om aan te voelen wanneer je uit je rol moet stappen. Je kwetsbare zelf zal dan naar bovenkomen en zo komt de knecht/de ander centraal te staan.