Mt.22,1-14 (15/10/2023)
1 Daarop vertelde Jezus [aan de afgezanten van de Joodse oversten]
opnieuw een gelijkenis:
2 “Het koninkrijk der hemelen is als een koning
die een bruiloftsfeest houdt voor zijn zoon.
3 Hij zond zijn dienaren om de genodigden op te roepen voor het feest,
maar zij wilden niet komen.
4 Opnieuw zond hij andere dienaren,
met de woorden:
“Zeg tot de genodigden:
Mijn maaltijd is bereid,
mijn ossen en mestvee zijn geslacht,
alles is bereid.
Kom toch naar het bruiloftsfeest!”
5 Maar zij trokken er zich niets van aan
en gingen weg,
de een naar zijn akker, een ander naar zijn handel.
6 Nog anderen grepen de dienaren vast
en mishandelden en doodde hen.
7 Toen de koning dit hoorde,
ontstak hij in woede.
Hij stuurde zijn troepen
om die moordenaars om te brengen
en hun stad in brand te steken.
8 Vervolgens zei hij tegen zijn dienaren:
“Het bruiloftsfeest was wel bereid,
maar de genodigden zijn het niet waard geweest [ / waren niet bereid].
9 Ga naar de wegen die uitmonden buiten de stad
en nodig al wie je daar zult vinden uit voor het bruiloftsfeest!”
10 De dienaren trokken nu naar die buitenwegen
en verzamelden allen die ze er vonden,
slechten zowel als goeden,
en de bruiloftszaal liep vol met tafelgenoten.
11 Nu kwam de koning binnen om de gasten te begroeten.
Hij zag een man die niet gekleed was voor een bruiloftsfeest
12 en vroeg hem:
“Waarom ben je hier binnengekomen
als je niet gekleed bent voor het feest?”
Hij verstomde …
13 Daarop zei de koning tegen zijn dienaren:
“Aan handen en voeten gebonden neem je hem mee
en werp je hem eruit,
in de buitenste duisternis.
Daar zal geween zijn en tandengeknars.”
14 Want velen zijn uitgenodigd,
maar weinigen behouden.”
De meeste van Jezus’ parabels gaan over hoe de wereld er zou uitzien als mensen G-d de ‘koning’ over hun leven zouden laten zijn. Hoe zou dat ‘land’ er dan uitzien en wat is daarvoor nodig? In deze parabel vertelt Jezus wat er daarvoor aan ónze kant nodig is: bereidheid, en wel in de samengaande dubbele betekenis van ‘iets willen’ én ‘je ervoor klaarmaken’.
In het eerste deel van de parabel wíllen de genodigden gewoonweg niet komen. Zij uiten dat op een beetje brute manier – interessant is om na te gaan hoe ónze manieren om ‘het koninkrijk van G-d’ af te wimpelen eruit zien! Het tweede deel graaft een laag dieper en biedt twee verrassingen: Degenen die het wél willen, komen uit verrassende uithoeken – zeg maar, diegenen van wie wíj het niet zouden denken! Maar de tweede verrassing gaat over het tweede aspect van ‘bereidheid’. Wíllen deelnemen aan het feest is blijkbaar toch niet voldoende! We moeten er ons ook helemaal op richten, ons erop voorbereiden, ons leven ernaar inrichten.
Het valt niet te ontkennen dat het een hele opdracht is. Jezus zegt het zelf. Maar voor wie bereid is …