Mt.23,27-32 (30/08/2023)
27 Wee jullie, schriftgeleerden en farizeeën, ondermaatse oordelaars,
omdat jullie zijn als witgekalkte graven,
die aan de buitenkant wel mooi schijnen,
maar aan de binnenkant vol zijn
van doodsbeenderen en allerlei onreinheid.
28 Zo schijnen ook jullie aan de buitenkant rechtvaardig voor de mensen,
maar aan de binnenkant zijn jullie vol
van ondermaats oordeel en wetteloosheid.
29 Wee jullie, schriftgeleerden en farizeeën, ondermaatse oordelaars,
omdat jullie graven voor de profeten bouwen
en de gedenkplaatsen van de rechtvaardigen versiert,
30 en zegt:
‘Als wij hadden geleefd in de dagen van onze vaderen,
dan zouden wij niet medeplichtig zijn aan het bloed van de profeten.’
31 Zo getuig je over jezelf
dat je zonen bent van wie de profeten vermoordden
32 en maken ook jullie de maat van jullie vaderen vol.
Jezus kan het duidelijk niet hebben als mensen hun oordeelsvermogen niet gebruiken. G-d heeft mensen de kracht van ons verstand gegeven; we moeten er dan ook ten volle gebruik van maken, zowel voor de grote keuzes in ons leven als voor de kleine keuzes waar wij dagelijks voor gesteld staan.
Waar loopt het volgens Jezus fout met dat onderscheidingsvermogen?
Het gaat mis als wij de buitenkant belangrijker gaan vinden dan de binnenkant. ‘Hoe ziet het eruit voor de buitenwereld’, is een vraag van weinig nut om tot een diepteoordeel te komen.
Het gaat ook mis als wij ‘recht’ ‘ombuigen’ naar eigen voordeel, en onderscheiden eigenlijk niets anders wordt dan argumenten zoeken om het eigen gelijk te bewijzen.
Het gaat ook mis als wij onze voorgangers op een voetstuk zetten, omdat we daarmee natuurlijk ook alleen maar onszelf ‘verhogen’ en geen kritisch zicht op onszelf toelaten.
Het staat hier niet letterlijk vermeld, maar waar het voor een Go(e)d onderscheidingsvermogen dan wél om gaat, is de kracht van ons verstand te richten op G-d, en met dát kompas de lijnen in ons leven te bepalen.