Mt.20,1-16a (23/08/2023)
1 Want het koninkrijk der hemelen is als een landheer
die vroeg in de morgen naar buiten ging
om arbeiders te huren voor zijn wijngaard.
2 Hij kwam met hen overeen voor een dagloon
en zond ze dan naar zijn wijngaard.
3 Toen hij rond het derde uur weer naar buiten ging,
zag hij anderen, die werkloos waren, op de markt staan.
4 Hij zei tegen hen: “Gaan ook jullie naar mijn wijngaard.
Ik zal jullie geven wat billijk is.”
5 En ze gingen er heen.
Rond het zesde uur ging hij nog eens naar buiten
en weer op het negende
en telkens deed hij hetzelfde.
6 Rond het elfde uur ging hij opnieuw naar buiten
en trof weer anderen daar werkloos staan.
Hij zei tegen hen: “Wat staan jullie hier de hele dag werkloos?”
7 “Niemand heeft ons gehuurd,” antwoordden ze.
Daarom zei hij opnieuw: “Gaan ook jullie naar mijn wijngaard.
Je zult ontvangen wat billijk is.”
8 Toen het avond was geworden,
zei de heer van de wijngaard tegen zijn beheerder:
“Roep de arbeiders en betaal hun het loon,
te beginnen bij de laatsten, en zo tot de eersten.”
9 Degenen van het elfde uur kwamen dus
en ontvingen elk het dagloon.
10 Toen nu degenen van het eerste uur kwamen,
meenden zij dat ze meer zouden krijgen.
Maar ook zij ontvingen elk het dagloon.
11 Ze namen het wel aan,
maar gingen morren tegen de landheer:
12 “Deze laatsten hebben maar één uur gewerkt
en je stelt hen gelijk aan ons
die de lange duur en de brandende hitte van de dag getorst hebben.”
13 Hij antwoordde echter: “Vriend, ik doe je toch geen onrecht?
Ben je niet met mij overeengekomen voor een dagloon?
14 Aanvaard wat van jou is en ga.
Ik wil echter aan de laatsten geven zoals aan jou.
15 Mag ik met het mijne niet doen wat ik wil?
Of ben je kwaad omdat ik goed ben?”
16 Zo zullen de laatste de eersten zijn
en de eersten de laatsten.
Deze gelijkenis doet ons vragen stellen bij hoe we omgaan met elkaar en de verhouding tussen (groepen) mensen, en dit alles met het oog op het koninkrijk der hemelen.
We lezen over …
- Mensen die er goed uitzien, sterke arbeiders.
Mensen die minder sterk overkomen en een zeker afstand tot de arbeidsmarkt lijken te hebben (een moeilijkere achternaam, een zwaar levensverhaal, …).
Mensen die door niemand worden gezien, genegeerd omwille van wat voor reden dan ook.
En er is de landeigenaar die laat zien wat Go(e)d samen-leven kan zijn. Hij gaat zelf op zoek en spreekt mensen aan. De godganse dag blijft hij onvermoeibaar op zoek naar mensen om ze in te schakelen in zijn wijngaard. Voor hem telt elke mens. Elke mens mag rekenen op zijn goedheid en rechtvaardigheid hoe verschillend de arbeid ook is.
Voor de landeigenaar gaat het niet om het loon waar mensen recht op denken te hebben, maar om het koninkrijk. Het gaat om verschil kunnen verdragen, en dat vraagt dat je vrij wordt, dat je open kan kijken zonder oordeel en zonder angst voor zelfverlies. Een uitdaging en een heilige opdracht om vandaag alvast mee te beginnen.