Mt.19,23-30 (22/08/2023)
23 En tegen zijn leerlingen zei Jezus:
“Amen, ik zeg jullie:
Voor wie rijk is [aan … kan divers ingevuld worden],
is het moeilijk het koningschap der hemelen binnen te gaan.
24 En opnieuw zeg ik jullie:
Makkelijker is het
voor een kameel door het oog van een naald te gaan,
dan voor een rijke in het koningschap der hemelen binnen te gaan.
25 Toen ze dit hoorden, stonden zijn leerlingen zeer versteld:
“Wie kan dan nog bevrijd worden?”
26 Maar Jezus keek hen aan [met dezelfde blik als naar de adolescent (Mc.10,21)] en zei:
“Bij mensen is dit onmogelijk,
maar bij God is alles mogelijk!” [Gen.18,14]
27 Petrus ging daarop in en zei tegen Jezus:
“Kijk, wíj hebben toch maar alles losgelaten
en wíj zijn je gevolgd.
Wat zal er dan voor ons zijn?”
28 Jezus antwoordde aan allen:
“Amen, ik zeg jullie:
Jullie die mij gevolgd zijn, bij het opnieuw geboren worden,
wanneer de mensenzoon zal zitten op zijn troon van heerlijkheid,
zullen ook zitten op twaalf tronen,
oordelend over de twaalf stammen van Israël.”
29 En ieder die zijn huis heeft losgelaten,
of zijn broers of zussen, of zijn vader of moeder,
of zijn vrouw of kinderen, of zijn akkers,
omwille van mijn naam,
zal honderdvoudig ontvangen
en het volle leven erven.
30 Maar vele eersten zullen laatsten zijn
en de laatsten eersten!”
Na de ontmoeting met ‘de rijke jongeling’ (zie gisteren) gaat het nog door over dat ‘volle leven’ dat pas kan bereikt worden als we het leven uit berekening loslaten. En Jezus trekt die lijn hier nog sterker door. Hij vult het in met nog allerlei zaken, die op zich dus niet verkeerd zijn, maar niet de gehele ruimte van ons leven mogen innemen. Alles waar ik ‘rijk’ aan ben, ttz waar ik mijn leven door laat vullen en mij aan vastklamp alsof dát het leven is, dat is – in het beste geval – alleen nog maar dat ‘gewone leven’, maar niet het ‘volle leven’, waar Jezus van hoopt ons de weg erheen te kunnen wijzen.
Jezus begrijpt ook wel dat dat een moeilijke weg is. Hij zegt zelfs dat het menselijkerwijs eigenlijk niet mogelijk is. Maar daar laat hij het niet bij! Hij kijkt die menselijke mens – mij dus – liefdevol aan, een blik vol warmte en geduld, maar ook vol kracht en uitdaging, en daarin bevestigt hij met stelligheid dat het wél mogelijk is, omdat G-d het mij toewenst!