Mt.21,28-32 (13/12/2022)
“Wat denken jullie: [vroeg Jezus aan de afgezanten van de Joodse oversten] Iemand had twee kinderen. Hij ging naar de eerste en zei: “Kind, ga vandaag werken in mijn wijngaard.” Die antwoordde echter: “Ik wil niet.” Later veranderde hij van gedacht en ging toch. Hij ging naar de tweede en zei hetzelfde. Die antwoordde: “Ik zal gaan, heer.” Maar hij ging niet. Wie van de twee deed de wil van de vader?”
Zij antwoordden: “De eerste.”
“Zeker, ik zeg jullie, ging Jezus verder, dat tollenaars en hoeren jullie zullen voorgaan naar het koninkrijk van God. Want Johannes is naar jullie toe gekomen met een oproep tot de rechte weg, maar jullie zijn er niet op ingegaan. Tollenaars en hoeren zijn er echter wel op ingegaan. En jullie zagen dit gebeuren maar toch ben je niet van gedacht veranderd om alsnog op zijn roep in te gaan.”
We kunnen ons makkelijk mispakken aan dit stuk Evangelie. Mensen – wijzelf dus ook – zijn bijna altijd geneigd zichzelf aan de ‘juiste’ kant te situeren. Maar bemerk hier in wat voor gezelschap wij dan terecht komen: “tollelaars en hoeren”. Bevinden we ons toch niet liever aan de kant van de weldenkende “afgezanten van de Joodse oversten”?
Maar de vraag is eigenlijk níet tot welke bevolkingsgroep wij behoren. Jezus geeft dit choquerende voorbeeld alleen om aan te geven dat het juist níet automatisch aan een bevolkingsgroep gekoppeld is. Zijn checkpoint-vraag is: heb je gehoor gegeven aan Johannes de doper?
Dát is dus de vraag die wij ons vandaag in deze Advent moeten stellen: Ben ík ingegaan op Johannes’ oproep om ‘de rechte weg’ te gaan? Het Evangelie van vandaag vertelt ons dat het niet erg is als ik daar tot nu toe níet ben op ingegaan. Wél is de vraag wat ik vandáág ga doen …