Mc.3,7-12(20/01/2022)
Jezus en zijn leerlingen trokken zich terug naar het meer. Een grote menigte volgde hem, vanuit Galilea, Judea, Jeruzalem, Idumea; en van over de Jordaan en rond Tyrus en Sidon. Heel velen die hoorden wat hij allemaal deed, kwamen naar hem.
Hij zei tegen zijn leerlingen dat ze een bootje in de buurt moesten houden opdat ze hem niet zouden verdringen. Want hij genas velen, zodat al wie een of andere kwaal had op hem aandrong om hem aan te raken. En toen de nog niet gereinigde geesten hem zagen, vielen zij voor hem neer en krijsten: “Jij bent de zoon van God!” Maar hij snauwde hen met kracht af dat ze hem niet bekend mochten maken.
Daar waar Jezus langskomt, gebeurt er heel wat. Zijn passage gaat nooit ongemerkt voorbij en dat is geweten. En masse komen ze naar hem toe met het verlangen om geheeld te worden, aangeraakt.
Wie mag jou aanraken en heel maken? Wat als iemand je vertelt dat niet de wetenschap maar G-d hem gered heeft? Zouden we dat geloven en naar Hem toegaan of zouden wij onze bedenkingen hebben en even meewarig glimlachen?
En toch is het waar: je laten raken door G-d – door de Liefde – doet Léven, geeft leven in overvloed. Het enige wat je moet weten is dat je hem niet zal vinden op podia, in de media of op facebook. Je zal voorbij de macht van elk voor zich moeten gaan naar de A/ander toe. Daar, in alle kwetsbaarheid zal je Hem herkennen.