Mc.10,28-31 (25/05/2021)
Petrus ging daarop in [op Jezus’ uitspraken over de rijke jonge man] en zei tegen Jezus: “Kijk, wíj hebben toch maar alles losgelaten en wíj zíjn je gevolgd …”
Jezus antwoordde: “Amen, ik zeg jullie: Er is niemand die zijn huis heeft losgelaten, of zijn broers of zussen, of zijn vader of moeder, of zijn vrouw en kinderen, of zijn akkers, omwille van mij en de bevrijdende boodschap [Euangelion], die niet, nu in deze tijd, honderdvoudig huizen ontvangt, en broers en zussen, en moeders en kinderen, en akkers, – zij het mét vervolgingen – en in de nieuwe tijd het volle leven.
Maar vele eersten zullen laatsten zijn en de laatsten de eersten!”
Na Pinksteren komen we met de Bijbelteksten weer in de ‘gewone tijd door het jaar’ (tot aan de Advent!). Eerst pikken we nog even de draad van de Marcus-lezingen op waar die voor de Vastentijd was blijven liggen. Vanaf de 7 juni start een lange reeks Matteüs-lezingen.
O Petrus, o zo menselijke leerling van Jezus, o zo herkenbaar … Hoe we ons zo graag laten voorstaan op wat we al (menen te) realiseren van Jezus’ boodschap!
En Jezus’ antwoord al weer even typisch. Hij wijst Petrus niet af! Wijst hem niet eens terecht. Hij wijst alleen op de consequenties.
Bemerk dat het over ‘consequenties’ gaat, niet over ‘beloning’. Wie de van-zelf-sprekende dingen loslaat (bemerk opnieuw: er staat ‘loslaten’, níet ‘achterlaten’; het is dus een kwestie van je er niet aan vast te klampen alsof je al je heil dáárvan zou moeten verwachten), zal ‘gewoon’ vaststellen dat er een overvloed aan ánderen aan hem gegeven wordt om daad-werkelijk lief te hebben en zorg voor te dragen!
En dat het over ‘consequenties’ gaat, wordt des te duidelijker in dat schijnbaar achteloos toegevoegde zinnetje “zij het mét vervolging”. Waarachtige zorg en liefde is nooit ‘los verkrijgbaar’. Wie echt kiest voor de weg van Jezus, zal ook in meerdere vormen het lijden ontmoeten. Alleen wie óók het lijden opneemt, neemt de liefde, en daarmee het Léven, op.