Mc.6,34-44 (5/1/2021)
In die tijd zag Jezus een grote menigte. Hij voelde medelijden met hen, want zij waren als schapen zonder herder;
en hij begon hen uitvoerig te onderrichten. Toen het al laat was geworden kwamen zijn leerlingen naar hem toe
en zeiden: 'Deze plek is eenzaam en het is al laat. Stuur hen weg om naar de hoeven en dorpen in de omtrek te gaan
en daar eten te kopen.' Maar hij gaf hun ten antwoord: 'Geeft gij hun maar te eten.'
Zij zeiden hem daarop: 'Moeten wij dan voor tweehonderd denariën brood gaan kopen om hun te eten te geven?'
Hij zei tot hen: 'Hoeveel broden hebt ge? Gaat eens kijken.' Na zich op de hoogte gesteld te hebben zeiden ze:
'Vijf, en twee vissen.' Nu gaf hij hun opdracht te zeggen dat allen zich groepsgewijze zouden neerzetten op het groene gras.
Zij gingen zitten in groepen van honderd en van vijftig. Hij nam de vijf broden en de twee vissen,
sloeg de ogen ten hemel, sprak de zegen uit, brak de broden en gaf ze aan zijn leerlingen om ze aan de mensen voor te zetten;
ook de twee vissen verdeelde hij onder allen. Allen aten tot zij verzadigd waren.
Men haalde aan brokken en aan wat er aan vis over was twaalf volle korven op.
Het waren vijfduizend mannen die van de broden gegeten hadden.
Gisteren lazen we over het Rijk der Hemelen, welke sfeer daar heerst. Vandaag een verhaal over vijf broden en twee vissen
en wel vijfduizend hongerige magen die gevuld moeten worden. Een verhaal dat naar mijn aanvoelen iets vertelt
over de economie die in dat hemelse rijk van toepassing is.
Deze Bijbelse economie is geen kwestie van altijd meer, groei en winst, maar wel van delen.
Het is een kwestie van verzamelen wat je hebt (schamel enkele broden en wat visjes)
dit samen leggen en dan het samen-leven zo inrichten dat je net zo lang deelt tot ieder genoeg heeft.
Het is een economie die voortkomt uit de bekommernis voor de ander, de betrokkenheid op elkaar en weet hebben van dat wat de ander nodig heeft.
Het grondmodel voor zo’n samen-leving leren we telkens weer bij Jezus (in de Eucharistie).
Hij leeft het – dat Visioen – en zo hebben wij weet van het feit dat waar gedeeld wordt, het leven vermenigvuldigd wordt.
En dan gaan er wonderen gebeuren zodat wat niet kan (in onze menselijke hoofden) toch zal gebeuren.