Mc. 8,14-21 (14/02/2023)
Nu hadden ze vergeten brood mee te nemen waardoor ze maar één brood bij zich hadden in de boot. Jezus drukte hen op het hart: “Zie toe, pas op voor het zuurdesem van de farizeeën en het zuurdesem van Herodes!”
Zij bleven onder elkaar overleggen dat ze geen broden hadden. Toen Jezus dat merkte, zei hij tegen hen: Waarom blijven jullie zeggen dat je geen broden hebt? Besef en begrijp je het nu nog niet? Is jullie hart nog zo verhard? Jullie hebben ogen, en je ziet niet? Jullie hebben oren, en je hoort niet? Herinneren jullie je niet dat ik de vijf broden heb gebroken voor vijfduizend mensen? Hoeveel korven vol resten heb je toen verzameld?” Ze zeiden: “Twaalf.” [Mc.6,41-44] “En toen ik de zeven broden brak voor vierduizend mensen, hoeveel manden met resten heb je toen verzameld?” Ze zeiden: “Zeven.” [Mc.8,5-9]
Hij zei hen: “En je begrijpt het nóg niet …?”
Jezus ziet dat zijn leerlingen zich blind staren op wat ze (niet) hebben: dat ene brood. Hij probeert ze duidelijk te maken dat de essentie van het leven niet het brood maar het desem is. Het is de innerlijke drive die je in beweging zet – die te zien zal zijn in heel je doen en laten – waar je werk van moet maken. Wanneer binnen- en buitenkant in overeenstemming zijn, hoef je niet bezorgd te zijn over dat ene brood. Jezus heeft het nog maar net laten zien: er is overvloed als je deelt vanuit een innerlijke, G-dgerichte drive.
Wil je dus weten of je binnen en buitenkant in overeenstemming zijn, kijk dan naar wat er overblijft als je deelt van wat je hebt.
Waar gedeeld wordt vanuit overeenstemming, die ons altijd op de a/Ander richt, zal er overvloed zijn; waar geleefd wordt vanuit niet-overeenstemming, die ons altijd op onszelf richt, zal er tekort zijn.