Lc.24,35-48 (21/04/2022)
En zij vertelden wat er onderweg was gebeurd en hoe hij zich had laten kennen in het breken van het brood. Terwijl ze dit aan het vertellen waren, kwam hijzelf in hun midden en zei hun: “Vrede voor jullie!” Ze schrokken erg en werden bang omdat ze dachten een geest te zien. Hij zei hun: “Waarom zijn jullie zo verward en waarom bekruipt zo’n twijfel jullie hart? Kijk naar mijn handen en mijn voeten: Ik ben het zelf! Voel aan mij en kijk. Een geest heeft toch geen vlees en beenderen zoals jullie zien dat ik wel heb?” En dit zeggende, toonde hij hun zijn handen en voeten. Omdat zij door de vreugde en de verwondering nog steeds het moeilijk konden vertrouwen, zei hij hun: “Hebben jullie hier iets te eten?” Ze gaven hem een stuk gebakken vis (en honingkoek). Hij nam het en at het voor hun ogen op. Daarna zei hij tegen hen: “Dit zijn de woorden die ik tot jullie sprak toen we nog samen waren: dat het ‘moet’ dat vervuld wordt wat over mij geschreven staat in de wet van Mozes, de profeten en de psalmen.”
Toen opende hij wijd hun verstand om de Schriften te bevatten. En hij zei tegen hen: “Zo staat het geschreven en zo ‘moet’ het: Dat de Gezalfde [Christos] zou lijden en opstaan uit de doden op de derde dag, en dat er in zijn Naam ommekeer verkondigd zou worden tot vrijmaking van zonden [verwijdering] voor alle volken, te beginnen met Jeruzalem. En jullie zijn hiervan de getuigen [martyres].
Het dringt niet gemakkelijk tot de leerlingen door dat Jezus leeft. Hij heeft nogal wat tekens en woorden nodig om hen ervan te overtuigen. Nu, daar kunnen we nog wel makkelijk begrip voor opbrengen, het was nu eenmaal ook een erg bijzonder gebeuren. Hoe zou je zelf geweest zijn!
Belangrijker vraag is: Hoe bén je zelf? Nu, vandaag, in jóuw leven? De meesten van ons hebben over Jezus’ verrijzenis – dat hij dus lééft, nú – al gehoord van kindsbeen af. Je hebt ongetwijfeld al meer dan eens de Lévende ontmoet. Als hij dan vandaag voor je staat en zegt: “Hier ben ik”, zul je dan zíen? In-zien, her-kennen, be-amen?
Hij is herkenbaar aan een vredeswens midden onrust, verwarring en twijfel; aan de wonden van het lijden, al tot littekens verhard of nog bloedend in pijn; aan een vraag om het nodige eten; aan woorden die levensvervulling aanwijzen of zoeken; aan onvermoede nieuwheid, zelfs na ‘drie dagen’ (wat in de Bijbel betekent: gevaarlijk lang); aan vrijmaking; …
En als je hem ontmoet hebt … wees dan getuige.