Lc.14,25-33 (14/12/2021)
[Jezus trok verder naar Jeruzalem en] velen trokken met hem mee. Hij keerde zich naar hen toe en zei:
“Wie dichter bij mij wil komen, maar zich niet losmaakt van zijn vader en moeder, van zijn vrouw en kinderen, van zijn broers en zussen, meer nog: van zichzelf, kan onmogelijk mijn leerling zijn. En wie zijn [op deze weg onvermijdelijke] kruis niet draagt en mij volgt op mijn weg, kan onmogelijk mijn leerling zijn.
Want wie van jullie die een toren wil bouwen, zal niet eerst er bij gaan zitten om de kosten te berekenen en te weten of hij hem wel zal kunnen afwerken? Anders legt hij misschien het fundament, maar is niet in staat het werk te voltooien, en begint al wie dit ziet hem te bespotten: “Die mens begon te bouwen, maar was niet in staat het te voltooien!”
Of welke koning die ten strijde trekt tegen een andere koning, zal niet eerst er bij gaan zitten
om te beraadslagen of hij met tienduizend man in staat is op te trekken tegen de twintigduizend die op hem af komen? Anders zal hij, wanneer ze nog ver zijn, een gezant uitsturen en vragen naar de voorwaarden tot vrede.
Zo kan elk van jullie die niet loskomt van alles wat hem toebehoort, mijn leerling niet zijn.”
Welk weldenkend mens kiest er voor om zo radicaal te breken met z’n familie, met alles wat je bezit? En waarvoor? Voor een onzekere toekomst? Iedereen die van te voren gaat zitten en daar een rekensommetje over opstelt, zal tot de conclusie komen: niet aan beginnen. Veel te riskant.
Of misschien toch niet?
Het gaat immers niet zozeer over nadoen wat Jezus deed maar wel over G-dgericht leven, gericht op de liefde van G-d. Het gaat over op weg gaan en vertrouwen dat die weg een weg ten leven is. Je zal telkens weer moeten kiezen en daarvoor heb je de wijsheid van de bedachtzaamheid nodig. De wijsheid van de berekening, van het weten van je eigen menselijke grenzen. De wijsheid van de torenbouwer. Maar je hebt ook wat anders nodig, nl. het lef om het te wagen, om te durven kiezen zonder alles van te voren te overzien.
Er is duidelijk een spanning aanwezig tussen het berekenende, weloverwogen handelen, en het onredelijke, haast onverantwoordelijke van de volledige overgave. Het is een wikken en wegen, wagen en winnen. Maar het is vooral onderweg zijn, de weg gaan van het volle leven. Een weg die toekomst belooft omdat ze een bestemming heeft.