Lc.13,25-33 (3/11/2021)
[Jezus trok verder naar Jeruzalem en] velen trokken met hem mee. Hij keerde zich naar hen toe en zei:
“Wie dichter bij mij wil komen, maar zich niet losmaakt van zijn vader en moeder, van zijn vrouw en kinderen, van zijn broers en zussen, meer nog: van zichzelf, kan onmogelijk mijn leerling zijn. En wie zijn [op deze weg onvermijdelijke] kruis niet draagt en mij volgt op mijn weg, kan onmogelijk mijn leerling zijn.
Want wie van jullie die een toren wil bouwen, zal niet eerst er bij gaan zitten om de kosten te berekenen en te weten of hij hem wel zal kunnen afwerken? Anders legt hij misschien het fundament, maar is niet in staat het werk te voltooien, en begint al wie dit ziet hem te bespotten: “Die mens begon te bouwen, maar was niet in staat het te voltooien!” Of welke koning die ten strijde trekt tegen een andere koning, zal niet eerst er bij gaan zitten om te beraadslagen of hij met tienduizend man in staat is op te trekken tegen de twintigduizend die op hem af komen? Anders zal hij, wanneer ze nog ver zijn, een gezant uitsturen en vragen naar de voorwaarden tot vrede.
Zo kan elk van jullie die niet loskomt van alles wat hem toebehoort, mijn leerling niet zijn.”
Wat denk ik dat ‘mij toebehoort’, mij eigen is, mijn houvast uitmaakt? Wie ‘dichter bij Jezus’ wil komen, denkt daar maar best eerst eens over na. En niet alleen over wat dat dan juist zou kunnen zijn, maar vooral over het lastige feit dat hij er zich zal van moeten losmaken!
(Jezus spreekt zich hiermee niet uit tégen familie- of andere relaties, maar zegt wel dat ze mij niet mogen verhinderen om in zijn looprichting te gaan.)
In Jezus’ leven stond het kruis als consequentie van zijn liefde. Wie dichter bij Jezus wil komen, zal dus ook onvermijdelijk het kruis ontmoeten.
‘Het kruis’ is:
je losmaken van waar je aan vast zit – doet pijn!;
met minder kunnen dan je meestal denkt, en dat gaat zowel over materiële zaken als over eigen overtuigingen;
duidelijke keuzes maken, en weten dat ‘kiezen verliezen is’;
de consequenties van de liefde niet uit de weg gaan;
eenzaamheid, omdat velen je niet meer kunnen volgen, waardoor je alleen nog Jezus overhoudt;
…