Lc.9.22-25 (18/2/2021)
Jezus zei tegen zijn leerlingen: “De mensenzoon zal eerst veel moeten lijden
en door de oudsten, hogepriesters en schriftgeleerden verworpen en gedood moeten worden en op de derde dag opgewekt zijn.”
En tegen allen zei hij: “Als iemand van zin is achter mij aan te komen, moet hij volstrekt neen zeggen tegen zichzelf,
elke dag zijn kruis [symbool van de ter dood veroordeelde] opnemen en mij volgen.
Want wie zijn leven wil redden, zal het verliezen, maar wie zijn leven verliest omwille van mij, zal het redden.
Wat baat het iemand heel de wereld te winnen als hij zichzelf verlies of schaadt?”
Het is nogal wat, wat Jezus in het vooruitzicht stelt!
Zowel aan de lastige kant, als aan de mooie: verworpen worden, lijden, sterven … én opgewekt worden ten leven …
Beide zijn voor hem de ‘logische’ gevolgen van het leven waarvoor hij gekozen werd en kiest.
(Dat is de ‘logica van de liefde’, niet de logica van ‘de wereld’.)
Even ‘logisch’ is dat dit evenzeer geldt voor de leerling als voor de meester – waar zou navolging anders over gaan?
Straffe taal, maar misschien wel inspirerend aan het begin van deze Vastentijd!
Zal ík, in mijn leven, even ‘logisch’ (met de logica van de liefde) verwerping, lijden en dood opnemen?
Én zal ik – éven ‘logisch’ – vertrouwen op het winnen van het Léven?!
De meester staat borg voor de leerling. Ik wérd gekozen tot leerling; zal ik ook kíezen om te volgen?