Lc.17,7-10 (10/11/2020)
[Jezus ging verder tegen zijn leerlingen:] Wie van jullie zal tegen zijn dienaar die ploegt of het vee hoedt,
wanneer die thuiskomt van het veld, zeggen: “Kom meteen mee aan tafel.”?
Zal hij niet tegen hem zeggen: “Maak mijn eten klaar, omgord je en bedien mij, zo lang ik eet en drink. Daarna kun je zelf eten en drinken.”?
Zal hij zijn dienaar bedanken omdat hij deed wat zijn taak was?
Zo is het ook voor jullie: Wanneer je alles hebt gedaan wat je moest doen, zeg dan:
Wij zijn maar doodgewone dienaars, wij hebben alleen maar onze plicht gedaan.
Als je dacht bijzonder te zijn om alles wat je doet, vergeet het dan maar. Het is gewoon je plicht om te doen wat je opgedragen wordt.
Niet zo éénvoudig te verteren in een tijd waar kost wat kost geapplaudisseerd moet worden
en mensen bedankt omdat ze (ook al is het vol overgave) hun job doen!
Maar ja, die goddelijke logica is nu eenmaal van een totaal andere orde dan de onze.
Die logica stelt de onvoorwaardelijke dienstbaarheid als uitgangspunt en maakt nederigheid tot basis voor al onze relaties (persoonlijk en werk),
ook voor onze relatie met G-d.
Is dit nog mens-waardig? Wat met ons ego? Moet het echt zo extreem?
Juist in zijn extremiteit wordt het Mens-waardig! Iemand deed het ons voor.
Hij klampte zich niet vast aan een opgeblazen grootheid zoals wij mensen meestal doen.
“Hij heeft zichzelf ontledigd en het bestaan van een slaaf aangenomen.” (Fil. 2,8)
Vanwaar had Hij toch die kracht of dat vermogen om zich zo onbekommerd in dienst te stellen?