Lc.12,35-38 (20/10/2020)
“Laat jullie lendenen omgord zijn [klaar voor het werk] en jullie lampen brandend [waakzaam op wat komt].
Wees als mensen die hun heer, die terugkomt van een feest, verwachten en onmiddellijk open doen wanneer hij aanklopt.
Gezegend de dienaars die de heer wakende vindt wanneer hij thuiskomt.
Zeker, zeg ik jullie: Híj zal zich omgorden, hen aan tafel uitnodigen en hen bedienen.
Ja, zelfs als hij pas komt midden in de nacht, of misschien pas aan het einde van de nacht, gezegend de dienaars die hij zó vindt.”
De dagen worden donkerder. Dat is al goed zichtbaar in de natuur.
Dat wordt ook dag na dag zichtbaarder op de gezichten van de mensen (als je ze in de ogen kijkt tenminste).
Als we dachten even een kort corona-crisis-nachtje wel te doorstaan, blijken we er stevig naast te zitten.
De nacht duurt lang – véél te lang naar onze ‘normale’ maatstaven.
En welk soort mensen zullen wij dan zijn? ‘Bezeten’ van angst, ons opsluitend in ons huis en onszelf?
Of levend-IN-vertrouwen, met een open blik op de wereld en onze medemensen? Zoals het hier staat lijkt het simpel.
Maar we weten ondertussen wel dat het níet simpel is en dat ‘het virus van de angst’ erg krachtig is en ook ons kan infecteren.
Het vraagt keuzes en engagement, dat leven-IN-vertrouwen. Het vraagt dat je je voedt, aansterkt om de nacht door te komen.
We hadden een bijzondere Vastentijd; we krijgen ook een bijzondere Adventstijd (– nu al, en die zal niet netjes aflopen op 25 dec.)
Laat we onze lendenen omgorden en onze lampen brandend houden; levend van de belofte dat hij zál komen!