Lc. 1,57-66.80 (24/06/2020) Feest van Johannes de Doper
In die tijd brak voor Elisabet het ogenblik aan dat zij moeder werd; zij schonk het leven aan een zoon.
Toen de buren en de familie hoorden hoe groot de barmhartigheid was die de Heer aan haar had betoond,
deelden zij in haar vreugde. Op de achtste dag kwam men het kind besnijden en ze wilden het naar zijn vader Zacharias noemen.
Maar zijn moeder zei daarop: 'Neen, het moet Johannes heten.' Zij antwoordden haar: 'Maar er is in jouw familie niemand die zo heet.'
Met gebaren vroegen zij toen aan zijn vader hoe hij het wilde noemen. Deze vroeg een schrijftafeltje en schreef erop:
'Johannes zal hij heten.' Ze stonden allen verbaasd. Onmiddellijk daarop werd zijn mond geopend en zijn tong losgemaakt,
en verkondigde hij Gods lof. Ontzag vervulde alle omwonenden en in heel het bergland van Judea werd al het gebeurde rondverteld.
Ieder die het hoorde dacht erover na en vroeg zich af: 'Wat zal er worden van dit kind?' Want de hand des Heren was met hem.
Het kind groeide op en de Geest beheerste hem meer en meer. Hij verbleef in de woestijn tot de dag, waarop hij zich aan Israël in het openbaar vertoonde.
Vandaag vieren wij de geboorte van Johannes De doper. Speciaal! In de ganse kerkelijke feestkalender worden er slechts drie geboortedagen gevierd:
die van Jezus, die van Maria en die van Johannes. We vieren niet de voleinding, maken niet het bilan van zijn leven, maar we vieren het begin!
Zijn naam, ‘JHWH is genadig’, maakt het duidelijk. Leven is genade, een geschenk dat geleefd moet worden omdat ‘G-d’ het van bij het begin
met ons waagt, ons ertoe in staat acht en ons vertrouwt.
Zo weet Johannes ook mij te inspireren
- als grensfiguur
Waag ik het om bruggen te slaan? Durf ik vol enthousiasme te pleiten voor nieuwe leven-gevende ideeën zodat een crisis niet stilzwijgend overgaat
in een ‘nieuw normaal’ maar zodat deze crisis ten diepste ons samen-leven mag veranderen?
- als woestijnbewoner, éénvoudig en onthecht
Kan ik leven van wat ‘nodig’ is? Of blijf ik consumeren wat ik niet nodig heb?
Waar hecht ik mij aan? Wie bepaalt mijn doen en laten vandaag de dag? Angst, wetenschap, maatregelen, gezond verstand, ‘G-d’ … ?
- als verwijzer
Naar wie verwijst mijn leven? Naar mezelf, naar de a(A)nder, …?