Lc.13,18-21 (29/10/2024)
18 Daarop zei Jezus:
“Waarop lijkt het koningschap van God?
Waarmee zal ik het vergelijken?
19 Het lijkt op een mosterdzaadje.
Iemand wierp het in zijn tuin
en het groeide
en werd een grote struik met vele takken
waarin de vogels van de hemel zich nestelden.”
20 En opnieuw zei hij:
“Waarmee zal ik het koningschap van God vergelijken?
21 Het lijkt op gist
dat een vrouw verborg in een grote hoeveelheid meel,
zodat het in z’n geheel doorgistte.”
Deze twee kleine parabeltjes zouden ons moeten sterken in onze pogingen om in deze wereld daad-werkelijk onze taak als christen op te nemen. Wat wij proberen of kunnen doen ziet er inderdaad vaak nogal klein en onooglijk uit. We horen het onszelf en anderen nogal eens verzuchten: Wat haalt het allemaal uit? Is het geen druppel op een hete plaat?
Jezus zegt: Het is een mosterdzaadje, het is gist! En het mag op zichzelf dan al quasi onzichtbaar zijn, het doet zijn werk op een verborgen, maar onweerstaanbare wijze. Het zal veel vruchtbaarder zijn dan je zelf eerst dacht!
Zó ‘werkt’ het koningschap van G-d. In mensen die hun eigen – t.t.z. van G-d gegeven – kleine kracht inzetten zonder zichzelf daarmee in het licht te willen zetten, en dan het geduld hebben uit te zien. Dáár gebeuren wondere dingen …