Lc.10,1-9 (18/10/2024)
1 Hierna stelde de heer nog tweeënzeventig anderen aan.
Hij zond hen twee aan twee voor zich uit
naar elke stad en plek waar hij zelf wilde komen.
2 Hij zei hen:
“De oogst is wel overvloedig,
maar arbeiders zijn er weinig.
Vraag daarom aan de heer van de oogst
dat hij arbeiders uitstuurt in zijn oogst.
3 Ga, maar let op!
Ik zend jullie als lammeren midden de wolven.
4 Belaad je niet met een geldbuidel,
niet met een reiszak, noch met sandalen.
Groet niemand [uitgebreid] langs de weg.
5 In welk huis je ook onderdak krijgt,
zeg eerst en vooral: “Vrede aan dit huis!”
6 Als daar een zoon van de vrede woont,
dan zal jullie vrede op hem rusten.
Zoniet, laat ze dan op jullie terugkeren.
7 Blijf in hetzelfde huis,
eet en drink wat er is,
want de arbeider is zijn loon waard.
Verleg je niet van het ene huis naar het andere.
8 In iedere stad die jullie binnengaan
en waar je ontvangen wordt:
Eet wat jullie wordt voorgezet,
9 heel haar zieken
en verkondig allen:
“Het koninkrijk van God is jullie genaderd.”
Het evangelieverhaal wringt en schuurt. Aan de ene kant straalt het de vreugde uit van het aanbreken van Gods koninkrijk: mensen worden eropuit gestuurd om hier werk van te maken. Maar aan de andere kant horen die uitgezondenen ook dat het niet gemakkelijk zal zijn. Het vraagt lef en vertrouwen om de reis met Jezus aan te gaan. Zonder geld of status onderweg zijn, betekent dat je de moed moet hebben om je comfortzone te verlaten.
Wat mij opvalt, is dat Jezus zijn vredesmissie op een bijzondere manier laat uitdragen. Geen grote bijeenkomsten, maar juist ontmoetingen met mensen in hun eigen leef- en woonomgeving staan centraal. Daarbij hebben mensen de volledige vrijheid om de boodschap te accepteren of af te wijzen. Geloof kan immers niet worden afgedwongen. Er zullen altijd mensen zijn die de vrede willen ontvangen, en mensen die deze zullen afwijzen.