Verbonden Leven

Lc.11,29-32 (14/10/2024)

29    Toen er steeds meer mensen zich rondom hem bijeendrongen,
       zei Jezus:
       “Deze generatie is een slechte generatie.
       Ze verlangt een teken,
       maar er zal haar geen ander teken gegeven worden
       dan het teken van Jona, de profeet.
30    Zoals Jona een teken was voor de bewoners van Nineve,
       zo zal ook de mensenzoon dat zijn voor deze generatie.
31    Bij het oordeel zal de koningin van het zuiden opstaan
       samen met deze generatie
       en zij zal haar veroordelen.
       Want zij kwam van de uiteinden van aarde
       om de wijsheid van [koning] Salomo te horen.
       Kijk dan toch! Hier is méér dan Salomo!
32    Bij het oordeel zullen de bewoners van Nineve opstaan
       samen met deze generatie
       en zij zullen haar veroordelen.
       Want zij hebben zich bekeerd
       door de prediking van Jona.
       Kijk dan toch! Hier is méér dan Jona!”

Jezus lijkt te zeggen dat het nutteloos is tekens te vragen. Tegelijk lijkt hij ook te zeggen dat die tekens er wel degelijk zijn! De kwestie lijkt vooral te zijn of we ze zíen. Zolang we niet kijken met open ogen en een hart dat wíl zich er naar toe keren, heeft het geen zin tekens te vragen. Tekens zijn immers geen tovertrucjes, die door hun spektakel iedereen lijken te overtuigen. Tekens zijn sporen van G-d in deze wereld, die wij met gelovige ogen moeten leren lezen en onderscheiden.
Vraag dus niet om een – spectaculair en overduidelijk – teken; vraag om helder inzicht en een onderscheidende geest.
Die kunnen we bij Jezus vinden. Jezus biedt zichzelf als teken aan! Hoe meer we hem dus leren kennen, hoe meer we ons zijn woorden eigen maken en leren toepassen op ons eigen leven, hoe meer we zullen zien dat G-d inderdaad zijn spoor trekt door deze wereld en wat onze eigen plaats en rol daarin is.