Lc.5,33-39 (6/09/2024)
33 Ze [de farizeeën en schriftegeleerden] zeiden hem nu:
“De leerlingen van Johannes vasten dikwijls en doen gebeden,
en ook de leerlingen van de farizeeën doen dat,
maar die van jou eten en drinken!”
34 Jezus antwoordde hen:
“Je kunt de bruiloftsgasten toch niet doen vasten
zolang de bruidegom bij hen is?!
35 Er zullen dagen komen …
Wanneer de bruidegom van hen zal weggenomen zijn,
dan zullen zij vasten, in die dagen.”
36 Hij vertelde hen ook een gelijkenis:
“Niemand scheurt een lap van een nieuw kleed
om op een oud kleed te zetten.
Anders scheurt hij immers én het nieuwe én het oude,
en de lap van de nieuwe zal niet passen bij de oude.
37 En niemand doet jonge wijn in oude zakken,
anders doet de jonge wijn de zakken barsten,
waardoor de wijn zal wegvloeien en de zakken verloren gaan.
38 Nee, jonge wijn moet in nieuwe zakken worden gedaan
(zo worden beide bewaard).
39 En niemand die oude wijn gedronken heeft, wil jonge.
Want hij zegt dat de oude beter [/milder] is.”
Jezus' gelijkenissen zijn niet bedoeld om alles wat traditioneel is bij het grofvuil te zetten. Maar wanneer oude vormen onbespreekbaar worden of nieuwe vormen de norm, wordt de verpakking zo poreus dat de ingegoten wijn zomaar wegloopt.
Het gaat niet om de vorm, maar om de inhoud. Door de eeuwen heen zien we: hoe minder het geloof draait om G-d, des te meer men leunt op uiterlijkheden. Men klampt zich vast aan die vertrouwde oude liturgie, of blijft mopperen zolang men niet vermaakt wordt volgens de eigen hedendaagse emotionele behoeften. Zo wordt men chagrijnig en bekrompen. Maar Jezus gunt ons iets beters!
Daarom gebruikt hij het beeld van zichzelf als de bruidegom en zijn discipelen als de bruiloftsgasten. Het is een feestelijk, vreugdevol beeld. Ons geloof en onze Kerk zijn immers fundamenteel een 'Blijde Boodschap' die gevierd mag worden.
Een uitdaging dus om telkens weer op zoek te gaan naar leven-gevende, nieuwe wegen om het oude Woord in onze cultuur vorm te geven.