Verbonden Leven

Lc.4,16-30 (2/09/2024)

16    Ook kwam hij in Nazaret, waar hij was opgegroeid.
       Zoals hij gewoon was,
       ging hij op de dag van de sabbat
       binnen in het huis van samenkomst.
       Hij stond op om voor te lezen
17    en men gaf hem een boekrol van de profeet Jesaja.
       Hij opende de boekrol
       en vond de plaats waar geschreven staat:
18    De geest van de Heer is over mij gekomen –
       hij heeft mij gezalfd,
       om de bevrijdende boodschap te verkondigen
       aan wie zich arm weten.
       Hij heeft mij gezonden
       om wie gebroken is te genezen,
       om wie gevangen zit vrijlating te melden,
       om wie blind is het zicht terug te geven,
       om wie verdrukt wordt te bevrijden;
19    om af te kondigen
       een genadejaar van de Heer. [Jes.61,1-2]
20    Hij rolde het boek dicht, gaf het terug aan de dienaar
       en ging zitten.
       De ogen van allen in het huis van samenkomst
       waren aandachtig op hem gericht.
21    Hij begon nu tegen hen te spreken:
       “Vandaag
       is voor jullie oren
       dit Schriftwoord in vervulling gegaan!”
22    Allen vielen hem bij en verwonderden zich
       over de woorden van genade die uit zijn mond kwamen,
       en ze zeiden:
       “Is dat niet de zoon van Jozef?”

23    Hij zei tegen hen:
       “Natuurlijk zullen jullie mij de spreuk voorhouden:
       Geneesheer, heel jezelf!
       Al die dingen die in Kafarnaüm gebeurd zijn
       – naar wij gehoord hebben –
       doe ze ook eens hier in je vaderstad.
24    Daarop zei hij:
       “Zeker, ik zeg jullie
       dat geen enkele profeet welkom is in zijn vaderstad.
25    Naar waarheid zeg ik jullie:
       In de dagen van [de profeet] Elia
       waren er veel weduwen in Israël
       toen de hemel gedurende drieëneenhalf jaar gesloten bleef
       zodat er grote hongersnood kwam over heel het land.
26    Toch werd Elia naar geen van hen gezonden
       [om haar te redden van de hongerdood – 1 Kon.17]
       maar naar een weduwe is Sarepta bij Sidon [= buiten Israël].
27    En ten tijde van de profeet Elisa
       waren er veel melaatsen in Israël.
       Toch werd geen enkele van hen gereinigd
       maar wel de Syriër [= buitenlander] Naäman.”
28    Allen die in de samenkomst [synagoge] waren
       en dit hoorden
       raakten overvol woede.
29    Ze stonden op en wierpen hem buiten de stad.
       Ze dreven hem naar de rand van de berg
       waarop hun stad gebouwd was,
       om hem van de steilte te gooien.
30 Maar hij ging midden tussen hen door
       en trok weg.

Het staat er zwart op wit: Jezus was het van kindsbeen af gewoon om op de sabbat naar de synagoge, het huis van samenkomst – wij zouden ‘kerk’ zeggen, te gaan. Ook dat het niet lóuter ‘uit gewoonte’ was, staat er zwart op wit. Hij heeft de dienst en de Schriftlezing in de loop van die jaren blijkbaar zó geïntegreerd in zijn leven, dat hij perfect weet welke tekst hij wil voorlezen – en die blijkbaar snel weet te vinden – als ze hem de boekrol van de profeet Jesaja aanreiken. Het was blijkbaar een tekst die hem steeds heeft ‘aangesproken’: ze ‘riep’ hem!
Van kindsbeen af is hij op die roepstem ingegaan, zich laten leidend door de Schrift, en nu hij volwassen is, mag deze roep zich ook vervullen. G-d zelf wil en mag door hem heen tot vervulling komen!
Hoe laat ík mijn leven leiden door de Schrift? Laat ik er mij door aanspreken? Mag ze mij vervullen? Gezalfd ben ik al door de Geest, in mijn doopsel en vormsel; mag hij mij ook zenden “om wie gebroken is te genezen, …”? Dan kan ook mijn leven genade worden voor de wereld …