Lc.10,17-24 (7/10/2023)
17 De tweeënzeventig kwamen terug, uitbundig van vreugde:
“Heer, zelfs de demonen onderwerpen zich aan ons
in jouw naam!”
18 Hij zei tegen hen:
“Ik was getuige hoe de tegenstander [satan]
als een bliksem uit de hemel viel.
19 Zie je? Ik heb jullie de bevoegdheid gegeven
slangen en schorpioenen te vertrappen
en over alle krachten van de vijand. [Lc.9,1 / Ps.91,13]
Niets kan jullie ook maar enigszins schaden.
20 Maar let wel:
Verheug jullie niet zozeer erover
dat de geesten zich aan jullie onderwerpen,
maar verheug je vooral hierover
dat jullie namen geschreven staan in Gods hand.”
21 Op dat eigen moment, vervuld van de geest,
jubelde Jezus het uit:
“Ik prijs en dank je, vader, heer van hemel en aarde,
dat je deze dingen verborgen hebt
voor [eigenmachtige] bekwamen en verstandigen
en ze onthuld hebt
voor [onmachtige] onmondigen.
Ja, vader, zo heb jij het goed bevonden voor jouw gelaat.”
22 En hij ging verder tegen de leerlingen:
“Alles is mij door mijn vader toevertrouwd,
en niemand weet wie de zoon is, behalve de vader,
en niemand weet wie de vader is, behalve de zoon
en aan wie de zoon het wil onthullen.
23 Zalig de ogen die zien wat jullie zien,
24 want ik zeg jullie:
Veel profeten en koningen verlangden
te zien wat jullie zien,
maar zij hebben het niet gezien,
en te horen wat jullie horen,
maar zij hebben het niet gehoord.”
Jezus volgen draait niet om grootse dingen doen, ook al geeft het een goed gevoel te zien hoe mensen opnieuw tot leven komen. Jezus volgen draait niet om macht, noch over mensen, noch over demonen. Jezus volgen vertrekt bij het volle bewust zijn van het feit dat je gekend bent door G-d. Het gaat erom dat het volledig mag door-dringen – in heel je lijf, in heel je ziel – dat je kind bent van G-d, dat hij jou liefheeft. Dit besef maakt dat je tot grootse dingen in staat bent, dat je tegenkrachten het zwijgen kan opleggen. Maar zoals gezegd, is dat laatste niet de essentie. De essentie is: het besef dat alles vertrekt bij G-d en dat je door hem gekend bent. De essentie is: weet hebben van onze menselijke beperktheid en beseffen dat niet wij mensen het leven maken, maar dat het leven ons gegeven wordt. Leven vanuit dat besef maakt dat je open komt en oog krijgt voor zaken die anderen niet zien. Het maakt dat je woorden, noden en verhalen hoort die anderen niet horen. Wanneer je dit beseft kan je niet anders dan uit volle borst je dankbaarheid uitjubelen.