Lc.10,13-16 (30/09/2022)
Wee, Chorazin, wee, Betsaïda [dorpen van de eerste verkondiging, maar die haar niet ontvingen], want als in [de iconisch goddeloze steden] Tyrus en Sidon de krachtige daden zouden zijn gebeurd die bij jullie zijn gebeurd, dan zouden zij al lang – in zak en as gezeten – zich bekeerd hebben. Voor hen zal het bij het oordeel draaglijker zijn dan voor jullie.
En jij, Kafarnaüm, zul jij tot de hemel verheven worden [omdat ik er vertoefde en verkondigde]? Tot in het dodenrijk zul je afdalen [omdat je mij verwierp]!
Wie jullie hoort, hoort mij, wie jullie verwerpt, verwerpt mij; en wie mij verwerpt, verwerpt hem die mij gezonden heeft.”
Het ontvangen van ‘het koninkrijk van G-d’ is nooit een automatisch gebeuren. Het is niet omdát Jezus er verkondigt, dat Chorazin en Betsaïda dat rijk zouden ontvangen. Het is niet omdát Jezus in Kafarnaüm woonde, dat het dat tijk zou ontvangen.
Uiteraard is het een eerste voorwaarde dat je de boodschap hebt gehóord – dat iemand ze tot bij jou heeft gebracht. Maar dat is dus niet voldoende. Een vervolg-voorwaarde is dat je het gehoorde ook echt in je opneemt. Wat je ontvangen hebt, moet ook echt iets van jezelf worden.
Christen word je niet door geboorte, niet door op een bepaalde plaats te leven, niet omdat je per toeval in een kerk komt, … Dat zijn dingen die er op geen enkele manier tot doen. Een voorafgaandelijke voorwaarde is dat iemand je die boodschap heeft leren kennen, dat ze aan jou is verteld. Maar de cruciale voorwaarde waar Jezus vandaag op wijst is dat ik pas Christen word als ik die boodschap ook helemaal in mij opneem, het iets laat worden van mijn eigen leven.