Lc.8,4-15 (17/09/2022)
Mensen uit allerlei steden kwam op hem af, zodat zich een grote menigte verzamelde. Hij vertelde hen een gelijkenis:
Een zaaier ging uit om te zaaien. Bij het zaaien viel een deel op de weg. Het werd vertrapt en de vogels aten het op. Een ander deel viel op rotsige grond. Toen het begon te groeien verdorde het omdat het onvoldoende water had. Weer een ander deel viel tussen de dorens. Die groeiden mee op en verstikten het opkomende graan. Maar een deel viel in goede aarde en toen het volgroeid was bracht het buitengewoon veel vrucht voort. Hierna riep Jezus uit: “Wie oren heeft om te horen, laat hij luisteren!”
Zijn leerlingen vroegen hem nu: “Wat bedoelt deze gelijkenis?” Hij antwoordde: “Jullie, die leerling willen zijn, is het gegeven de verborgenheden van het koninkrijk van God te leren kennen. Tot de anderen spreek ik in gelijkenissen omdat zij ziende niet zien en horende niet verstaan.
Dit bedoelt nu deze gelijkenis: Het zaad is het woord van God. Die langs de weg zijn zij die het horen. Maar dan komt de tweedrachtzaaier en neemt het woord weg uit hun hart, zodat ze niet tot innerlijk vertrouwen zouden komen en behoed worden. Die op rotsige grond zijn zij die, wanneer zij het horen, het woord met vreugde ontvangen, maar geen wortel hebben. Voor een tijdje staan ze in dat vertrouwen, maar in een tijd van beproeving, nemen zij er afstand van. Die tussen de dorens vallen zijn zij die het horen, maar gaandeweg verstrikt raken in de zorgen of de rijkdom en genietingen van het leven en daardoor niet voldragen raken. Die in goede aarde vallen zijn zij die het woord horen en het behouden in een goed hart en daardoor duurzaam vrucht dragen.”
Hebben wij oren? De meesten van ons hebben van die dingen aan ons hoofd die wij oren noemen. Kunnen die ook horen? Meestal kunnen we ook hier simpelweg ‘ja’ op antwoorden, ook al is er al een zekere aarzeling. Die kan natuurlijk gaan over fysiek minder horen, maar we kennen ook fenomenen als ‘selectief horen’, ‘horen wat je wil horen’, … Het wordt nog moeilijker om ‘ja’ te zeggen als we het hebben over ‘in diepte horen’, ‘horen vanuit een verbinding met het hart’.
En toch zegt Jezus: “Wie oren heeft om te horen, laat hij luisteren!” En dat zegt hij niet zomaar als een leuke slogan na zijn speech, het is de clou van de gelijkenis die hij net heeft verteld: Hoe zou het zaad (Jezus’ woord) krachtdadig kunnen worden in de wereld, als de ontvangers (de toehoorders) ervan niet luisteren, of ‘slechts met een half oor luisteren’, of ‘het niet laten doordringen’, of ‘het ene oor in, het andere uit laten gaan’, …
Laat deze dag – en alle volgende dagen – er een zijn waarop wij beginnen met te leren luisteren als een leerling.