Lc.6,20-26 (7/09/2022)
Hij keek op naar zijn leerlingen en zei:
“Gezegend wie leeft in [de geest van] armoede [Gr.: ptoochoi = Hebr.: anawim, de levenshouding om in armoede en nederigheid het leven in Gods hand te leggen],
ja, van jullie is het koningschap van God.
Gezegend wie nu hongeren,
ja, jullie zullen verzadigd worden.
Gezegend wie nu weeklagen,
ja, jullie zullen lachen.
Gezegend zijn jullie als de mensen je haten,
je buitensluiten, je smaden
en je naam verwerpen als iets slechts,
omwille van de mensenzoon.
Op die dag: spring op van vreugde!
Want kijk: groot is jullie loon in de hemel,
want hetzelfde deden hun voorvaderen met de profeten.
Maar wee jullie rijken,
ja, je vertroosting heb je al.
Wee jullie die voldaan zijn,
ja, jullie zullen hongeren.
Wee jullie die nu lachen,
ja, jullie zullen treuren en weeklagen.
Wee jullie als de mensen jullie mooipraten,
want hetzelfde deden hun voorvaderen met de valse profeten.
Werden de zaligsprekingen in de tweede of de derde persoon uitgesproken? Misschien lijkt dat een pietluttige vraag, en toch ... het komt heel anders binnen: “gelukkig zijn de armen, … zij zullen …” (zoals Matteüs zegt) of “gezegend… jullie zullen …” (zoals Lucas zegt). Of nog krachtiger zoals Chouraqui vertaalt: “En marche, les humiliés. Oui, il est à vous le royaume d’Elohim”. Matteüs noemt een aantal situaties op en wijst op het belang ervan voor de samenleving. Lucas en Chouraqui spreken hun toehoorders rechtstreeks aan. Het gaat over ons. Wij worden uitgedaagd om ons te laten bevragen, kritisch naar de wereld te kijken en aan de slag te gaan, in het vertrouwen dat er een gezegend land zal komen ...
Een land waar gerechtigheid het brood is dat allen voedt … zalig!
Een land waar mensen vrede stichten,
waar liefde alle angst verdreven heeft,
waar zachtmoedigheid de harde korst doorbreekt van onverschilligheid … zalig!
Een land waar verdrukking omwille van geloof omgebogen wordt
tot gelovig leven, Léven-IN-vertrouwen… zalig!
Gezegend is zo’n land!