Joh.6,60-69 (7/05/2022)
Veel van zijn leerlingen hoorden dit [de ‘broodrede’] en reageerden: “Dit zijn harde woorden. Wie is bij machte dit te aanhoren?”
Maar Jezus wist uit zichzelf dat zijn leerlingen hierover morden. Daarom zei hij hen: “Struikel je hierover? [skandalizei = lett.: struikelen; fig.: aanstoot nemen, ergeren, geschandaliseerd zijn] Wat dan als je de mensenzoon zult zien opgaan naar waar hij eerst was? Het is de geest die levend maakt, daarvoor helpt het vlees niet. De woorden die ik tegen jullie zeg, zijn geest en leven. Maar sommigen van jullie vertrouwen niet.”
Want Jezus wist vanaf het begin wie het waren die niet vertrouwden en wie hem zouden overleveren. En hij zei: “Daarom heb ik tegen jullie gezegd dat niemand bij machte is naar mij toe te komen, als hem dat niet vanuit mijn Vader gegeven is.”
Vanaf het moment van deze woorden trokken vele van zijn leerlingen zich van hem terug en gingen niet meer met hem om. Jezus zei tegen de twaalf: “Jullie willen soms ook niet weggaan?” Maar Simon Petrus antwoordde: “Heer naar wie zouden wij zo nabij kunnen gaan? Jij hebt woorden vol leven! En wij zijn gaan vertrouwen en erkennen dat jij de heilige van God bent!”
Ik weet niet of ik die ‘broodrede’ die we de voorbije dagen lazen ‘harde’ woorden vind, maar in elk geval wel moeilijke! Ik hoop – nee, ik mag er op rekenen! – dat Jezus mij met zijn Geest tegemoet komt. Hij verwijt zijn toehoorders niet het onbegrip, zelfs niet het struikelen, maar wel dat ze na het struikelen niet opnieuw opstaan!
Ook wij zullen in ons leven én in ons geloof (is er een verschil?) soms struikelen en de neiging hebben af te haken. Alleen het vertrouwen kan ons verder helpen! Vertrouwen is: simpelweg weer opstaan na gestruikeld te zijn, ook met bebloede knieën; weten dat de weg vóór je ligt; weten dat er iemand je roept, omdat hij/zij je graag ziet en wil dat je vrijuit wandelt! (Kijk maar vaak eens naar een kindje dat leert lopen!)
Naar wie zouden wij opkijken om echt als vol-wassen mensen vrij te leren lopen, als er Jezus niet was, de weg naar waarheid en leven, het brood om van te leven?! Ja, we kúnnen weggaan, zó vrij zijn wij geschapen, maar het zal wel naar de kille ijlte zijn …
Ik kies – met vallen én opstaan – …