Joh.10,11-18 (25/4/2021)
In die tijd sprak Jezus tot zijn leerlingen: “Ik ben de goede herder. De goede herder geeft zijn leven voor zijn schapen. Maar de huurling, die geen herder is en geen eigenaar van de schapen, ziet de wolf aankomen, laat de schapen in de steek en vlucht weg; de wolf rooft ze en jaagt ze uiteen. Hij is dan ook maar een huurling en heeft geen hart voor de schapen. Ik ben de goede herder. Ik ken de mijnen en de mijnen kennen Mij, zoals de Vader Mij kent en Ik de Vader ken. Ik geef mijn leven voor de schapen. Ik heb nog andere schapen die niet uit deze schaapsstal zijn. Ook die moet Ik leiden en zij zullen naar mijn stem luisteren en het zal worden: één kudde, één herder. Hierom heeft de Vader Mij lief, omdat Ik mijn leven geef om het later weer terug te nemen. Niemand neemt Mij het af maar Ik geef het uit Mijzelf. Macht heb Ik om het te geven en macht om het terug te nemen: dat is de opdracht die Ik van mijn Vader heb ontvangen.”
Hier licht iets op van verrijzenisgeloof. Het lijkt alsof er in ieder van ons iets goddelijks aanwezig is, iets dat hem toebehoort en dat hem herkent. Wat het teweeg brengt als je je hieraan overgeeft, is niet te beschrijven het ontsnapt aan woorden en aan alle verbeelding. Over verrijzenis bestaat immers geen ‘weten’, geen objectieve waarheid, het ís een fundamenteel toe-vertrouwen.
Het beeld van de schapen en de herder die z’n leven geeft (net als G-d van wie hij getuigt) speelt hierop in. Elke dag trekt hij erop uit en wij, wij begeven ons in het dagelijkse leven. We zoeken en maken keuzes: blijven we dicht bij elkaar of kiezen we om te (ver)dwalen. Zo ervaren we situaties waaraan we sterven en andere waarbij we tot leven komen. Wat we ook kiezen, altijd is er enerzijds die roep en anderzijds het vermogen tot herkenning. In die afstand en nabijheid speelt zich het geloof in de verrijzenis af en wordt spreken over verrijzenis in de eerste plaats een spreken over G-d (en geen speculaties over de mens, over ziel en lichaam, over de hemel daarboven, enz… ), een G-d die oneindige Liefde is en zich op een onvoorstelbare en onbegrijpelijke manier geeft aan mensen.