Joh.3,1-8 (12/4/2021)
Er was iemand uit de farizeeën, een overste van de Joden [lid van de Hoge Raad / Sanhedrin], met de naam Nikodemus, die ’s nachts naar Jezus kwam en hem zei: “Rabbi [meester], wij weten dat jij als leraar vanwege God bent gekomen, want niemand is zo vol-macht de tekenen te doen die jij doet als God niet met hem is.”
Jezus antwoordde hem: “Amen, amen, ik zeg je: Als iemand niet nieuw geboren wordt, is hij niet bij machte het koningschap van God te zien.”
Nikodemus vroeg hem: “Hoe kan een mens nog geboren worden als hij al een oude man is? Hij kan toch niet opnieuw in de schoot van zijn moeder om een tweede keer geboren te worden?”
Jezus antwoordde: “Amen, amen, ik zeg je: Als iemand niet geboren wordt uit water en geest [pneuma/ruach], is hij niet bij machte het koningschap van God binnen te gaan. Wat geboren wordt uit het vlees, is vlees; wat geboren wordt uit de geest-adem, is geest-adem. [pneuma/ruach] Verwonder je niet dat ik zei ‘het is nodig nieuw geboren te worden’. De wind [pneuma/ruach] waait waarheen het zijn bedoeling is. Je hoort zijn geluid, maar je weet niet vanwaar hij komt of waarheen hij gaat. Zo is het met ieder die geboren wordt uit de geest-adem. [wind/pneuma/ruach]
Jezus’ doen en laten intrigeert Nikodemus en hij (een theologisch opgeleid, vooraanstaand lid van het Sanhedrin) trekt naar hem toe. Hij voelt dat Jezus’ vol-macht vertrekt vanuit een andere (vernieuwende?) kijk op de Thora. Klopt, zegt Jezus, maar dat inzicht komt van Elders en vraagt om een tweede geboorte. Krasse taal waarmee hij wil zeggen: Je mag alles wat je hebt geleerd en meent te weten, wissen om helemaal opnieuw te beginnen. Of met andere woorden: Leef niet langer volgens vastgelegde voorschriften maar laat je drijven door de wind. Laat G-d de open ruimte worden waarin jouw leven zich afspeelt.
Jezus nodigt hem (en ons) uit om de geboorte van het ‘ik’ te overstijgen: Hij roept op om een heel nieuw begin te maken waarbij je jezelf – zoals je bent geworden – loslaat en je overgeeft aan de ‘geest-adem’. Léven-IN-vertrouwen dus.
Dat is niet zomaar een nuance van een vertrouwde theologie, maar een radicale breuk en een onbekende weg waar de bedachtzame Nikodemus voor terugdeinst.
Ervaren wij ook niet die terughoudendheid om ons te laten drijven op de wind en ons toe te vertrouwen aan die goddelijke vonk, die in ieder van ons wil doorbreken?