Verbonden Leven

Joh. 20,11-18 (6/4/2021)

Maria [van Magdala] was wenend bij het graf blijven staan. Zo wenend, boog zij zich naar het graf toe en aanschouwde twee boodschappers [angeloi] die daar zaten in het wit, één aan het hoofdeinde en één aan het voeteneinde, daar waar het lichaam van Jezus had gelegen.
Ze zeiden tegen haar: “Vrouw, waarom ween je?” Ze antwoordde hen: “Omdat ze mijn heer hebben weggenomen en ik niet weet waar ze hem hebben gebracht.”
Toen keerde zij zich om, naar achter [= weg van het graf] en aanschouwde Jezus die daar stond, zonder te weten dat het Jezus was. Jezus zei haar: “Vrouw, waarom ween je? Wie zoek je?” Menend dat het de tuinman was, zei ze: “Heer, als jij hem weggedragen hebt, zeg me waar je hem hebt neergelegd, zodat ik hem kan halen.”
Nu zei Jezus tegen haar: “Maria.” Zij keerde om en zei: “Rabboeni!” – wat wil zeggen: mijn meester.
Jezus zei haar: “Hou mij niet vast, want ik ben nog niet opgegaan naar mijn Vader. Maar ga naar mijn broers en zeg hen: Ik ga op naar mijn en jullie Vader, naar mijn en jullie God.”
Maria van Magdala ging naar de leerlingen en berichtte hen dat zij de Heer had gezien en dat hij dit tegen haar had gezegd.

Opnieuw die verwarring en dat verdriet – hoe zou je zelf zijn. Opnieuw dat in beweging komen (“ze keerde zich om, weg van het graf”) eer er ontmoeting kan gebeuren.
Vreemd toch (?) dat Maria Jezus niet herkent, ook al zag zij hem staan!? Wellicht niet toevallig gebruikt Johannes hier eigenlijk niet het woord ‘zien’, maar ‘aanschouwen’. ‘Zien’ is iets wat met lichamelijke ogen gebeurt, ‘aanschouwen’ iets wat met innerlijke ogen gebeurt. En net daarom bloeit de herkenning open bij het noemen van haar naam!
Je zou je hier de vraag kunnen stellen wie tot leven wordt gewekt! Jezus? Of Maria? Binnen deze passage is het wel degelijk Maria!
Jezus ís al Paasmens – en Paasmensen wekken anderen tot leven.
Ook wij kunnen Paasmensen worden, als wij ons ‘omkeren, weg van het doodse’ en ons door Jezus bij onze naam laten noemen, zoals hij alleen ons kent. Én wij kunnen anderen tot leven roepen, door het noemen van hun naam! Jij bent iemand voor mij!