Joh.8,21-30 (23/3/2021)
Opnieuw zei Jezus tegen de farizeeën en schriftgeleerden: “Ik ga heen en jullie zullen mij zoeken, maar in je zonden zul je sterven. Waar ik heen ga, kunnen jullie niet komen.” De Joden zeiden daarop: “Hij zal toch niet zichzelf doden, omdat hij zegt ‘waar ik heen ga, kunnen jullie niet komen’?” Jezus zei hen: “Jullie zijn uit de beneden-dingen, ik ben uit de boven-dingen; jullie zijn van deze wereld, ik ben niet van deze wereld. Ik heb jullie dus gezegd dat je zult sterven in je zonden, want als je er niet op vertrouwt dat ‘ik-ben’ zul je sterven in je zonden.”
Ze vroegen hem nu: “Wie ben jij dan?” En Jezus zei: “Wat ik van het begin al tegen jullie zei! Veel heb ik over jullie te zeggen en te oordelen. Degene die mij gezonden heeft is waarachtig en wat ik van hem gehoord heb, zeg ik tot de wereld.”
Zij herkenden niet dat hij hen over de Vader sprak. Dus zei Jezus verder: “Wanneer jullie de mensenzoon omhoog zullen hebben geheven, dan zullen jullie herkennen dat ‘ik-ben’ en dat ik niets doe uit mezelf, maar dat ik uitspreek wat mijn Vader mij geleerd heeft. Die mij gezonden heeft, is met mij; de Vader heeft mij niet alleen gelaten, omdat ik altijd doe wat hem lief is.”
Toen hij zo sprak, gingen velen hun vertrouwen stellen in hem.
Het is een behoorlijk dovemansgesprek, daar tussen Jezus en de Joodse overheden. Maar geef toe: hij maakt het hen ook niet gemakkelijk! Even eerlijk: versta jíj zo goed wat Jezus hier allemaal zegt?
We zouden er het hele Johannesevangelie moeten bijhalen, én de andere Evangelies, én de daaropvolgende theologie, maar de kans is groot dat we het dan nog niet begrijpen! – omdat Jezus’ boodschap er niet zozeer een is om te ‘begríjpen’ …
Wij kunnen – en moeten – er ons verstand wel bij houden, maar de kern van de zaak is niet het begrijpen, maar het vertrouwen van Jezus. Het gaat er dus om je toe te vertrouwen aan, je vertrouwen te stellen op, en dat is veeleer een relationeel gebeuren dan een rationeel.
Waar we ons durven te verbinden met hem, komen we in een ‘andere wereld’ terecht (de wereld van de ‘boven-dingen’). Het is duidelijk dat dat niet gaat over een wereld ‘ergens anders’, maar ‘een andere kijk op dezelfde wereld’.
Wie kijkt vanuit rationaliteit … ziet wat mensen en dingen van elkaar splitst;
wie kijkt vanuit verbinding … ziet verbinding!