Joh.7,40-53 (20/3/2021)
Sommigen die zijn woorden hoorden, zeiden: “Hij is waarlijk de profeet!” [= de profeet die Mozes had aangekondigd]
Anderen zeiden: “Hij is de Gezalfde!” [Christos / Messiah] Maar nog anderen zeiden:
“De Gezalfde komt toch niet uit Galilea!? Zegt de Schrift niet dat de Gezalfde zal komen
uit de nakomelingen van [koning] David en uit Betlehem, het dorp waar David vandaan kwam?”
Zo ontstond er onenigheid onder het volk om hem. Sommigen wilden hem grijpen, maar niemand kon beslag leggen op hem.
Zo kwamen de gerechtsdienaars bij de hogepriesters en farizeeën en die zeiden tegen hen:
“Waarom heb je hem niet meegebracht?” De dienaars antwoordden: “Nog nooit heeft een mens gesproken zoals deze mens!”
De farizeeën antwoordden daarop: “Jullie zijn toch ook niet aan het dwalen geraakt?!
Niet één van de oversten of van de farizeeën heeft toch in hem vertrouwen gesteld?
Maar alleen die meute, die de wet niet kent – vervloekt zijn ze!”
Nikodemus, één van hen, die eerder al ’s nachts bij Jezus was gekomen, zei hen:
“Onze wet veroordeelt toch geen mens zonder hem eerst te hebben gehoord en kennis te hebben van wat hij doet?”
Ze antwoordden hem: “Jij komt toch ook niet uit Galilea?! Zoek het maar op, en je zult zien dat er uit Galilea geen profeet opstaat!”
Toen vertrok iedereen naar huis.
Toch merkwaardig (maar herkenbaar?) hoe het vanzelfsprekende in twijfel wordt getrokken – en nog makkelijkst naar de negatieve kant wordt geïnterpreteerd.
Het minste dat toch kón gezegd worden over Jezus, was dat hij helemaal sprak en handelde in de lijn van de profeten. Enerzijds had hij in zijn wijze van optreden veel gelijkenissen met de profeten, en anderzijds leek hij zelfs de ‘ultieme’ profeet te zijn, die al zo lang werd aangekondigd en gretig verwacht.
Maar het ‘kon’ niet; het klopte niet met hun interpretaties; en de leiders hadden hem nog niet erkend (en deze die dat misschien wel wilden, werden de mond gesnoerd).
Zou het er nu anders aan toe gaan? Zou ík het in mijn leven anders laten gebeuren? Of zouden mijn eigen gedachten en overtuigingen mij in de weg zitten om te ‘zien wat is’? Zou ik mijn mening kunnen herzien? En zou ik dat kunnen als het gaat over een timmermanszoon uit een onooglijk gat en niet over een koningstelg?