Joh. 3,1-8 (20/4/2020)
Er was onder de Farizeeën iemand die Nikodemus heette. Hij behoorde tot de voornaamste van de Joden. Eens kwam deze in de nacht bij Jezus en zei:
'Rabbi, wij weten dat gij van Godswege als leraar gekomen zijt, want niemand kan die tekenen doen die gij verricht als God niet met hem is.'
Jezus gaf hem ten antwoord: 'Voorwaar, voorwaar, ik zeg u: als iemand niet wedergeboren wordt kan hij het Rijk Gods niet zien.' Nikodemus zei tot hem:
'Hoe kan een mens geboren worden als hij al oud is? Kan hij soms in de schoot van zijn moeder terugkeren en opnieuw geboren worden?' Jezus antwoordde:
'Voorwaar, voorwaar, ik zeg u: als iemand niet geboren wordt uit water en geest kan hij het Rijk Gods niet binnengaan.
Wat geboren is uit het vlees is vlees en wat geboren is uit de Geest is geest. Verwonder u niet dat ik u zei: gij moet opnieuw geboren worden.
De wind blaast waarheen hij wil; gij hoort wel zijn gesuis maar weet niet waar hij vandaan komt, en waar hij heengaat; zo is het met ieder die geboren is uit de Geest.'
Midden in de nacht komt Nikodemus bij Jezus en spreekt hem aan. 'Rabbi, wij weten dat gij van Godswege als leraar gekomen zijt, want niemand kan die tekenen doen
die gij verricht als God niet met hem is.' De man intrigeert hem. Wie is hij toch? Misschien wil hij hem wel volgen. Maar hoe?
De kunstenaar Gustav Hagelstange maakte hiervan een kleien beeld.
Twee stille gestalten, zittend naast elkaar, op blote voeten (symbool voor het op weg gaan met God).
Lichtjes buigt Nikodemus het hoofd naar Jezus toe en luistert.
Met lege ogen kijkt hij voor zich uit. Hij staart in de verte, begrijpt nog niet wat hij zojuist gehoord heeft. Hij aarzelt, ziet het nog niet.
Jezus’ ogen zijn neergeslagen. In zichzelf gekeerd wacht hij af, luistert naar woorden die in hem opwellen om gesproken te worden.
Zijn handen spreken, zegenen. Ze lijken Nikodemus in de goede richting te leiden en te zeggen ga maar, vertrouw op mij.
Geef je over aan de Ruach, Gods Geest die leven geeft en jou de levens-adem inblaast. Durf het aan om opnieuw geboren te worden.
Durft hij het aan? Durf ik het aan?