Joh. 12,1-10 (06/4/2020)
Zes dagen voor Pasen kwam Jezus te Betanië, waar Lazarus woonde die hij uit de doden had opgewekt. Men gaf daar een maaltijd te zijner ere.
Marta bediende en Lazarus was een van degenen die met hem aanlagen. Maria nu nam een pond nardusbalsem, echte en heel kostbare, zalfde daarmee Jezus' voeten
en droogde ze met haar haren af. Het huis hing vol balsemgeur. Daarop zei Judas Iskariot, een van zijn leerlingen, dezelfde die hem zou overleveren:
'Waarom is die balsem niet voor driehonderd denaries verkocht en het geld aan de armen gegeven?' Hij zei dat niet omdat hij bezorgd was voor de armen,
maar omdat hij een dief was en uit de beurs die hij bewaarde, wegnam wat erin kwam. Jezus echter zei: 'Laat haar begaan. Zij heeft dit gebruik onderhouden,
vooruitlopend op de dag van mijn begrafenis. Want de armen houdt gij altijd bij u, mij echter niet altijd.'
Intussen waren heel veel Joden te weten gekomen dat Jezus daar was en kwamen erheen, niet alleen omwille van Jezus maar ook om Lazarus te zien die hij uit de doden had opgewekt.
De hogepriesters besloten toen ook Lazarus uit de weg te ruimen, omdat om hem veel Joden wegliepen en in Jezus geloofden.
Een mooi tafereel wordt hier geschetst. Er wordt maaltijd gehouden. Vrienden onder elkaar, ieder met z’n eigenheid. En te midden van die gasten staat Maria op,
ze neemt nardusbalsem en zalft Jezus’ voeten. Nadien droogt ze de voeten af met haar haren. Een liefdevol gebaar want ooit heeft zij zittend aan zijn voeten
iets beseft van het lijden dat over Hem zou komen. Zij kwam tot het inzicht waarom Hij moet sterven. Zij weet dat hij voor haar moet sterven … omdat zij zou leven.
Dit besef heeft haar heel nederig gemaakt en daardoor veel dichter bij Jezus dan vele van zijn leerlingen. Zij, met Judas op kop, begrijpen er niets van.
Zij beseffen nog niet ten volle wie Jezus ten diepste is. Natuurlijk komt dan Maria’s gedrag over als al te gek, pure verspilling. Zo je liefde tonen aan Jezus dat is er echt over!
Geef liever wat aan de armen. Alsof Maria dat niet zou doen! En Jezus verdedigt haar ten overstaan van de ganse groep, Zij heeft begrepen waar het om gaat zegt hij.
Zij heeft hem lief boven alles en is bereid hem alles, maar dan ook alles te geven.
Hoever ga ik in mijn verbondenheid met God, in mijn liefde voor hem? Wat ben ik bereid te geven? Een stukje van mijn tijd, mijn leven of mag hij alles, heel mijn leven?