Joh. 8,1-11 (30/3/2020)
In die tijd begaf Jezus zich naar de Olijfberg. 's Morgens vroeg verscheen hij weer in de tempel en al het volk kwam naar hem toe. Hij ging zitten en onderrichtte hen.
Toen brachten de schriftgeleerden en Farizeeën hem een vrouw die op overspel was betrapt. Zij plaatsten haar in het midden en zeiden tot hem: 'Meester, deze vrouw is op heterdaad betrapt,
terwijl ze overspel bedreef.
Nu heeft Mozes ons in de Wet bevolen zulke vrouwen te stenigen. Maar gij, wat zegt gij ervan?' Dit bedoelden ze als een strikvraag in de hoop hem ergens van te kunnen beschuldigen.
Jezus echter boog zich voorover en schreef met zijn vinger op de grond. Toen zij bij hem aanhielden met vragen richtte hij zich op en zei tot hen:
'Laat degene onder u die zonder zonden is, het eerst een steen op haar werpen.' Weer boog hij zich voorover en schreef op de grond. Toen zij dit hoorden dropen zij een voor een af,
de oudsten het eerst, totdat Jezus alleen achterbleef met de vrouw die daar was blijven staan. Nu richtte Jezus zich op en sprak tot haar: 'Vrouw, waar zijn ze gebleven? Heeft niemand u veroordeeld?'
Zij antwoordde: 'Niemand, Heer.' Toen zei Jezus tot haar: 'Ook ik veroordeel u niet; ga heen en zondig van nu af niet meer.'
Jezus’ schreef in het zand … Eén van zijn zeer markante optredens!
Er zijn duidelijk twee polen aanwezig in het gebeuren: nacht, gebed, alleen, verborgen, enerzijds; en anderzijds dag, actie, veel volk, openbaar. Die twee polen zijn eigenlijk de bakermat van alle leven.
Ze zijn als eb en vloed van de zee waaruit leven ontspringt – en wat voor een Léven voor die vrouw (en eigenlijk ook voor wie haar dood wilden)!
De Farizeeën wilden actie. Meer nog, negatieve actie (hoewel: in hun ogen bedoelden ze het positief, maar net omdat ze eenzijdig bezig zijn, zien ze dat niet). Jezus laat zich niet strikken.
Dat kan hij omdat hij wel ‘met beide voeten op de grond’ blijft staan. Uit erváring (nog maar net) weet hij hoe belangrijk dat is. En om het – net nu van hem actie gevraagd wordt – niet te vergeten,
maakt hij eerst weer contact met de/zijn g/Grond.
Dááruit ontstaat Léven!
Wat staat er jou ‘te doen’ vandaag?