Verbonden Leven

Joh.6,60-69 (25/08/2024)

60    Veel van zijn leerlingen hoorden dit [de ‘broodrede’] en reageerden:
       “Dit zijn harde woorden.
       Wie is bij machte dit te aanhoren?”
61    Maar Jezus wist uit zichzelf dat zijn leerlingen hierover morden.
       Daarom zei hij hen:
       “Struikel je hierover? [skandalizei = struikelen, aanstoot nemen, ergeren, geschandaliseerd zijn]
62    Wat dan als je de mensenzoon zult zien opgaan
       naar waar hij eerst was?
63    Het is de geest die levend maakt,
       daarvoor helpt het vlees niet.
       De woorden die ik tegen jullie zeg, zijn geest en leven.
64    Maar sommigen van jullie vertrouwen niet.”
       Want Jezus wist vanaf het begin
       wie het waren die niet vertrouwden
       en wie hem zouden overleveren.
65    En hij zei:
       “Daarom heb ik tegen jullie gezegd
       dat niemand bij machte is naar mij toe te komen,
       als hem dat niet vanuit mijn Vader gegeven is.”

66    Vanaf het moment van deze woorden
       trokken vele van zijn leerlingen zich van hem terug
       en gingen niet meer met hem om.
67    Jezus zei tegen de twaalf:
       “Jullie willen soms ook niet weggaan?”
68    Maar Simon Petrus antwoordde:
       “Heer naar wie zouden wij zo nabij kunnen gaan?
       Jij hebt woorden vol leven!
69    En wij zijn gaan vertrouwen en erkennen
       dat jij de heilige van God bent!”

De keuze voor Jezus was (en is) niet vanzelfsprekend. Ze keert je leven om. Vandaar de aarzeling (en het afhaken) van velen. En ik? Blijf ik of ga ik? Kies ik ervoor om mij van binnenuit te laten omvormen? Kies ik voor die mens die zichzelf geeft als liefdesgave – inclusief het lijden? Kies ik voor die mens die zichzelf breekt en deelt om gegeten te worden?
Logisch dat velen (zelfs zijn leerlingen) aanstoot nemen aan zijn woorden, tenzij je gaat ‘zien’ (een kernwoord in het Johannesevangelie) dat G-d in Jezus op een bijzondere en unieke wijze aan het licht komt en zo ontdekt dat in Jezus alles tot zijn bestemming komt.
Wie dat gaat ’zien’, wordt door elkaar geschud. Alles wat aanstootgevend was, wordt levengevende werkelijkheid, nl. Jezus die:
 zichzelf geeft, als brood om gegeten en herkauwd te worden.
 ons uitnodigt te worden wie we eten, nl. een mens als hij.
Deze Jezus blijft een teken van tegenspraak, maar voor wie tot ‘zien’ komt, wordt hij een bron van kracht en van intens leven..