Joh.17,11b-19 (24/05/2023)
11b Heilige Vader,
hen die Jij mij gegeven hebt,
bewaar hen in Jouw naam,
opdat zij één zouden zijn zoals wij.
12 Zolang ik bij hen was,
be-waarde ik hen in Jouw naam:
ik heb gewaakt over wie Je mij gaf
en niemand van hen is verloren gegaan,
behalve de zoon van de verlorenheid
– opdat de Schrift vervuld moest worden.
13 Maar nu kom ik naar Jou
en spreek ik deze dingen uit in de wereld
opdat zij mijn vreugde vervuld mogen ontvangen in zich.
14 Ik heb hen Jouw woord gegeven.
De wereld is hen gaan haten
omdat zij niet van de wereld zijn,
zoals ik niet van de wereld ben.
15 Ik bid niet dat Je hen zou opheffen uit de wereld,
maar dat Je hen be-waar-t uit het kwade.
16 Zij zijn niet van de wereld,
zoals ik niet van de wereld ben.
17 Heilig hen in Jouw waarheid.
Jouw woord is waarheid.
18 Zoals Jij mij de wereld hebt ingezonden,
zo heb ik ook hen de wereld ingezonden.
19 En omwille van hen
heilig ik mijzelf,
opdat ook zij geheiligd zouden zijn
in de waarheid.
Het grote afscheidsgebed van Jezus gaat verder. De evangelist Johannes ‘componeert’ dit zo’n 70 jaar na Jezus’ dood; 70 jaar van leven met en vanuit Jezus’ ‘erfenis’: zijn geest waarin allen vreugde en Léven kunnen vinden.
Maar dat gaat niet zonder slag of stoot, dat heeft men ondertussen al op verschillende manieren moeten ondervinden. Dat ‘de leerling niet boven zijn meester staat’, was ondertussen al waar gebleken. Veel christenen hadden al zwaar te lijden gehad onder hun keuze om Jezus te volgen. Daarom klinkt het hier nogmaals uitdrukkelijk en bemoedigend: ‘de wereld’ zal je gaan haten, net zoals ze dat met Jezus heeft gedaan, maar Jezus zelf bewaart zijn leerlingen uit het kwade (wat niet betekent ván het kwade!). Hij hoopt dat zijn leerlingen ín de wereld zijn, maar niet ván de wereld. Het is midden in het dagelijkse leven dat ze hun eigenzinnige – of juister: ander-zinnige – boodschap moeten brengen door haar voor te leven.
Wat waar was rondom het jaar 100, geldt anno 2023 nog steeds …