Joh.15,18-21 (13/05/2023)
18 Als de wereld jullie haat,
besef dan dat ze mij eerder heeft gehaat dan jullie.
19 Als jullie van de wereld zouden zijn,
dan zou ze wel vriendelijk behandelen wat haar eigen is,
maar omdat jullie niet van de wereld zijn,
omdat ik jullie heb uitgekozen úit de wereld,
daarom haat de wereld jullie.
20 Her-inner je het woord dat ik tegen jullie sprak:
Een dienaar is niet groter dan zijn heer. [Joh.13,16]
Als ze mij hebben vervolgd,
zullen ze ook jullie vervolgen;
en als ze mijn woord hebben be-waard [waargemaakt],
zullen ze ook dat van jullie be-waren.
21 En dit alles zullen ze jullie aandoen
omwille van mijn naam,
omdat ze geen voeling hebben met wie mij gezonden heeft!
“Een dienaar is niet groter dan zijn heer.” Jezus moet zijn eigen woorden herhalen omdat zijn leerlingen dat blijkbaar makkelijk vergeten. Jezus kreeg geen tegenkanting – en uiteindelijk smadelijke verwerping en dood – omdat hij het verkeerde politieke kleur had of omdat zijn aangezicht hen niet aanstond, maar omwille van zijn – nochtans uitsluitend goede – boodschap! En is het net niet die boodschap dat zijn leerlingen ook willen uitdragen en beleven?
Het blijft onlogisch (volgens de liefde, volgens het ‘niet van deze wereld zijn’) dat een goede boodschap op zoveel weerstand botst, maar het is een ‘simpele’ realiteit, toen én nu. Als wij zelf leerling/dienaar zeggen te zijn van Jezus, wat klagen wij dan als onze schamele pogingen om G-d in deze wereld te brengen alleen blijken te staan of wat smalend bekeken worden? Waarom zijn we zo rap ontmoedigd als we geen ‘succes’ hebben? Waarom verwijten we G-d dat het zo lang duurt en dat hij niet ingrijpt? Zou dat zijn omdat wíj zijn woord nog te weinig hebben ‘be-waard’ en omdat wij nog te weinig ‘gestorven’ zijn?