Verbonden Leven

1Joh.2,29 – 3,6 (1/01/2022)

U weet dat Hij rechtvaardig is, en u moet daarom wel inzien dat ieder die rechtvaardig leeft uit God geboren is.
Bedenk toch hoe groot de liefde is die de Vader ons heeft geschonken! Wij worden kinderen van God genoemd, en dat zijn we ook. Dat de wereld ons niet kent, komt doordat de wereld Hem niet kent.
Geliefde broeders en zusters, wij zijn nu al kinderen van God. Wat we zullen zijn is nog niet geopenbaard, maar we weten dat we aan Hem gelijk zullen zijn wanneer Hij zal verschijnen, want dan zien we Hem zoals Hij is.
Ieder die dit vol vertrouwen van Hem verwacht maakt zich rein, zoals ook Jezus rein is. Ieder die zondigt overtreedt Gods wet, want zondigen is Gods wet overtreden. U weet dat Jezus verschenen is om de zonden weg te nemen; er is in Hem geen zonde. Ieder die in Hem blijft, zondigt niet. Ieder die zondigt, heeft Hem nooit gezien en kent Hem niet.

Wij zijn kinderen van G-d!
Wij zijn kinderen van G-d!
Ik zou het duizend keer moeten schrijven, net niet als ‘schoolstraf’, maar om het in mijn verharde hart te prenten. Zó groot is zijn liefde dat G-d ons aanneemt als zijn kinderen.
Maar als wij kinderen van G-d zijn, zou de appel niet al te ver van de boom mogen vallen. Zolang wij zelf ‘in hem’ blijven en ons niet al te ver verwijderen (= zondigen), zal iets van dat goddelijke leven in ons herkenbaar zijn. Mag het dan verbazen dat ‘de wereld’ dat niet erkent, omdat zij ook G-d niet erkent?
Jezus had het al aangekondigd: De leerling staat niet boven zijn meester. (Lc.6,39) De verwerping die Jezus en zijn boodschap ten deel viel, zal onvermijdelijk ook zijn waarachtige leerlingen ten deel vallen. Let er maar eens op hoe het goede vreemd genoeg veel weerstand oproept (achterdocht, nijd, jaloezie, …)
En dan kan ik me aan de kant van de ‘zonde’ scharen, óf aan de kant van de liefde. – “Maar bedenk toch hoe groot de liefde is die de Vader ons heeft geschonken!”