Zoek
Zoektip
Zoektip:
tik vb. Mt. 1,21-12
tik een specifieke zoekterm in (vb. engel)
Mt.20,20-28 (25/07/2023)
20 Toen kwam de moeder van de zonen van Zebedeüs,
samen met haar zonen, naar hem
en boog voor hem neer om iets van hem te vragen.
21 Hij vroeg haar: “Wat wil je?”
Ze zei hem: “Zeg dat in jouw koninkrijk
deze twee zonen van mij mogen zetelen,
één rechts en één links van jou.”
22 Maar Jezus antwoordde: “Je weet niet wat je vraagt.
Kunnen jullie de beker drinken die ik zal drinken,
of je laten onderdompelen
met de onderdompeling die ik zal ondergaan?”
Ze zeiden hem: “Ja, dat kunnen wij.”
23 Hij ging tegen hen verder:
“Ja, mijn beker zul je wel drinken
en ondergedompeld worden waarin ik ondergedompeld wordt,
maar wat betreft het rechts of links van mij zetelen:
het is niet aan mij dat te geven,
dat is voor hen voor wie mijn Vader dit bereid heeft.”
24 De tien [overige leerlingen] hoorden dit
en ergerden zich aan de twee broers.
25 Maar Jezus riep hen bij zich en zei:
“Jullie weten dat de leiders van de volken hen overheersen
en dat de groten hun macht misbruiken tegen hen.
26 Zo mag het bij jullie niet zijn!
Wie onder jullie groot wil worden,
moet jullie dienaar zijn,
27 en wie onder jullie de eerste wil zijn,
moet jullie knecht zijn;
28 zoals de mensenzoon niet gekomen is
om gediend te worden,
maar om te dienen
en zijn leven te geven als losgeld voor velen [= allen].”
Op dit apostelfeest haal ik een ogenschijnlijk detail uit de tekst, maar misschien wel een detail dat cruciaal is om op onze beurt ‘leerling van Jezus’ te worden.
Jezus verzucht dat ze niet weten wat ze vragen, en hij stelt hen een wedervraag: Kunnen jullie de beker drinken die ik zal drinken? Alsof het iets van niets is, antwoorden ze onmiddellijk dat ze dat kunnen. Alsof ze híer weten wat ze zeggen!? … Jezus heeft het door, maar hij verwijt het hen niet, integendeel, hij beaamt het, ook al weten ze dus eigenlijk niet wat ze aan het zeggen zijn.
Is ‘leerling van Jezus’ zijn niet: Ja zeggen zónder te weten waar dit je brengt? Een belofte doen waarvan je de inhoud en de consequenties niet kent? Vermetel zijn, omdat je een weg gaat die niet op eigen menselijke krachten te gaan valt?
Er is maar één kracht die dit mogelijk maakt, en dat is de goddelijke liefde die mij aangeraakt heeft en waarop ik – omdat ze onweerstaanbaar is – in wederliefde wil antwoorden …
Mt.10,16-23 (8/07/2022)
“Kijk, ik zend jullie uit als schapen temidden van wolven. Wees dus schrander als slangen en een-voudig als duiven. En pas op voor de mensen! Want ze zullen jullie overleveren aan gerechtshoven en jullie geselen in hun samenkomsten [synagoge]. Je zult voor stadhouders en koningen geleid worden omwille van mij, tot getuigenis voor hen en voor de volken. Wanneer ze echter jullie overleveren, wees dan niet gezorgd over hoe of wat je moet zeggen, want op dat uur zal wat je te zeggen hebt je gegeven worden, want niet jullie zijn het die dan spreken, maar het is de Geest van de Vader die in jullie spreekt.
Een broer zal een broer uitleveren ter dood, een vader een kind, kinderen zullen opstaan tegen hun ouders en hen doden; je zult door allen gehaat worden omwille van mijn naam; maar wie standvastig blijft ten einde toe, zal bevrijd worden.
Wanneer ze je in die stad vervolgen, vlucht naar een andere. Amen, ik zeg jullie: Je zult met de steden van Israël niet ten einde zijn voordat de mensenzoon komt!”
De waarschuwingen die Jezus hier aan zijn kandidaat-volgelingen geeft, zijn niet min. Bezin dus eer je begint!
We zouden ook kunnen zeggen: Bemin eer je begint! Wie zijn christen-zijn niet beleeft vanuit een diepgaande relatie met Jezus – “omwille van mijn naam” – zal nooit de standvastigheid bereiken om in al die omstandigheden rechtop te blijven. De innige vriendschapsverbinding met hem is de noodzakelijke voedingsbron om een leven in zijn spoor uit te houden.
Jezus heeft zijn leerlingen nooit een makkelijk leventje beloofd, ook geen zonder zorgen. Wél heeft hij beloofd er ‘in zijn Geest’ bij te zijn, net zoals zijn Vader het ook beloofd had aan Abraham en Mozes: Ik zal er zijn! Het was in diezelfde relatie dat Jezus stond om zijn zending in de wereld te kunnen volbrengen. Zouden zijn leerlingen er dan zonder kunnen?
Bemin eer je begint. De innige vriendschapsverbinding met Jezus, daar begint het voor ons allemaal mee. Beginnen …
Mt.6,1-6.16-18(15/06/2022)
Hoed je ervoor je integriteit [gerechtigheid] niet te doen voor de mensen, zodat je zou gezien zijn door hen. Want dan vind je geen vergoeding bij je Vader in de hemel.
Wanneer je dus [een daad van] tederheid doet, bazuin dat dan niet voor je uit zoals de huichelaars [hypocritai, voorbij het oordeel] doen in de plaatsen van samenkomst [synagoge] en op straat om door de mensen geëerd te worden. Zeker, ik zeg jullie: Ze hebben hun loon al!
Maar als jij [een daad van] tederheid doet, moet je linkerhand niet weten wat je rechter doet, zodat je [daad van] tederheid in het verborgene blijft. En je Vader die in het verborgene ziet, zal je vergoeden.
En wanneer je bidt, wees dan niet zoals de huichelaars. Zij houden ervan te staan bidden in de synagogen en op de hoeken van de straten om zich te tonen aan de mensen. Zeker, ik zeg jullie: Ze hebben hun loon al!
Maar als jij bidt, ga dan in je binnenkamer, sluit de deur en bid tot je Vader die in het verborgene is. En je Vader die in het verborgene ziet, zal je vergoeden.
En wanneer je vast, zet dan geen somber gezicht, zoals de huichelaars. Zij maken hun gezicht ontoonbaar om de mensen te tonen dat ze vasten. Zeker, ik zeg jullie: Ze hebben hun loon al!
Maar als jij vast, zalf dan je hoofd en was je gezicht om je niet als vastende te tonen aan de mensen, maar aan je Vader in het verborgene. En je Vader die in het verborgene ziet,
zal je vergoeden.
In zijn onderricht focust Jezus vandaag op ‘integriteit’. De manier waarop hij de elitegelovigen (huichelaars, toneelspelers) aan de slag ziet gaan, werkt hem danig op de zenuwen. Dit wil niet zeggen dat hij hun praktijken op zich veroordeelt, integendeel. Het enige dat hij vraagt is een grondig onderzoek naar de drijfveer van je handelen: Wat is je motivatie om te bidden, te vasten en daden van tederheid te stellen? Is je drijfveer uiterlijk vertoon, dan heb je je loon al gekregen. Doe je het zodat je ego gestreeld wordt en mensen naar je opkijken, weet dan dat deze praktijken niet bedoeld zijn om vroom te wezen, zodat je omgeving je ‘heiligheid‘ zou bewonderen. Zit de drijfveer binnen in jou, in het verborgene? Vertrekt je integriteit vanuit een innerlijke levensingesteldheid die met G-d van doen wil hebben? Dan zal het verder stromen van binnen naar buiten (en niet omgekeerd). Dan zal die liefdesstroom overstromen naar anderen toe. Dan zal de innige tederheid die G-d voor mij heeft, dóórstromen in mijn omgaan met mensen.
Mt.5,17-19 (8/06/2022)
(Tussen 7 en 24 juni hebben we een continue lezing van de Bergrede. Meer dan de moeite waard om wat extra aandacht aan te besteden. In deze rubriek vind je zoals gewoonlijk een duiding bij het stukje lezing dat voorzien is voor deze dag. Ter oriëntering schreven we er vorig jaar ook een inleiding bij over het geheel. Die vind je onder deze link.)
“Denk niet dat ik gekomen ben om de wet en de profeten te ontbinden. Ik ben niet gekomen om te ontbinden, maar om te vervullen.
Amen, ik zeg jullie: Totdat hemel en aarde voorbijgaan, zal niet de kleinste letter van de wet voorbijgegaan zijn – totdat alles is gebeurd.
Wie dus ook maar het kleinste van de geboden loslaat en het zo leert aan de mensen, zal de kleinste genoemd worden in het koningschap van de hemelen. Wie ze echter doet en leert, die zal groot genoemd worden in het koningschap van de hemelen.”
Wat bedoelt Jezus met ‘ik ben gekomen om de wet te vervullen’ – en wat betekent dat dan voor óns?
We zouden kunnen denken aan iets wat in het verlengde lag van de Joodse wet – de Thora – zoals Jezus die in zijn jeugd had leren kennen, aanvullingen en bijschavingen die hij vanuit zijn ervaring en bezinning nodig vond. Maar eigenlijk lezen we bij Jezus nergens ook maar iets van een toevoeging of verandering van wat er al is. Met ‘vervullen’ bedoelt hij zo simpel als je het maar kunt begrijpen: het dóen!
En je hoeft geen Jezus te zijn om de krachtdadigheid daarvan te zien! Hoe anders zou de wereld – de mijne incluis – er niet uitzien als mensen ook daad-werkelijk zouden doen wat ze zeggen?! (Het schijnt het allerbeste dieet te zijn: mensen alleen dat te eten te geven wat ze zéggen dat ze eten!)
De Thora was gegeven om het Verbond tussen G-d en de mensen daad-werkelijk te maken. Jezus doet niet anders dan dat niet alleen te zeggen, maar ook te doen – Verbond(enheid) te zíjn.
Nu aan mij om mijn daden te laten overeenstemmen met mijn woorden – dat wordt hemels!
Mt.19,27-29 (11/07/2023)
27 Petrus ging daarop in en zei tegen Jezus:
“Kijk, wíj hebben toch maar alles losgelaten
en wíj zijn je gevolgd.
Wat zal er dan voor ons zijn?”
28 Jezus antwoordde aan allen:
“Amen, ik zeg jullie:
Jullie die mij gevolgd zijn,
bij het opnieuw geboren worden,
wanneer de mensenzoon zal zitten op zijn troon van heerlijkheid,
zullen ook zitten op twaalf tronen,
oordelend over de twaalf stammen van Israël.”
29 En ieder die zijn huis heeft losgelaten,
of zijn broers of zussen,
of zijn vader of moeder
of zijn vrouw of kinderen,
of zijn akkers
omwille van mijn naam,
zal honderdvoudig ontvangen
en het volle leven erven.
Je kunt vandaag nogal kiezen wat je viert: de Vlaamse feestdag of de patroon van Europa (Benedictus). Wij kiezen ervoor om Benedictus als ‘monnikenvader’ in het licht te stellen.
Het Evangelie legt het accent op ‘alles achterlaten’. Dat is natuurlijk wel voor een goed deel zo in een monnikenleven, maar Benedictus – toen al in het spoor van velen vóór hem – wees erop dat dat ‘alles achterlaten’ geen doel op zichzelf is, maar een ‘weg’ – een ‘school’ noemde hij het – om iets anders, iets bijzonder waardevols, te ontdekken, nl. ‘het volle leven’.
Voor mensen die niet in een abdij leven blijft het een beetje een ‘geheim’ wat voor waardevols in zo’n leven kan verscholen liggen. Toch is het geen ‘geheim’ dat we niet zouden mógen kennen. We kunnen en mogen wel degelijk in de buurt komen.
Ja, in alle bescheidenheid mag het gezegd: wat je vind op deze website van verbondenleven is een weg daarnaar, en wie het dagelijks ter harte neemt ‘schoolt’ zich op die weg. (Wist je dat een – niet weerhouden – ondertitel voor ons Onderweghuis was: abdij voor monniken in de wereld!)
Mt.4,12-17.23-25 (6/01/2025)
12 Toen Jezus hoorde dat Johannes was overgeleverd,
week hij uit naar Galilea.
13 Hij verliet Nazaret
en kwam wonen in Kafarnaüm aan het meer,
in het gebied van Zebulon en Naftali,
14 opdat vervuld zou worden
wat door de profeet Jesaja werd gesproken:
15 Land van Zebulon en Naftali,
aan de weg naar het meer
en aan de overkant van de Jordaan,
Galilea van de [niet-Joodse] volken:
16 Het volk dat in duisternis zat,
heeft een groot licht gezien;
en voor wie wonen in de schaduw van de dood
is een licht opgegaan. [Jes.8,23 – 9,1]
17 Van toen af begon Jezus te verkondigen:
“Keer om/ver-ander,
want het koningschap der hemelen is dichtbij gekomen.”
23 Jezus trok rond in heel Galilea.
Hij gaf onderricht in hun plaatsen van samenkomst [synagoge]
en verkondigde het bevrijdende nieuws van het koningschap,
en hij genas elke ziekte en elke zwakte onder het volk.
24 Het gerucht over hem ging rond tot in heel Syrië
en ze brachten bij hem
allen die het moeilijk hadden,
door allerlei ziekten en pijnen bevangen waren,
die gedemoniseerd of maanziek waren
en verlamden,
en hij genas hen.
25 Er volgde hem een hele menigte
uit Galilea, uit Dekapolis [het hellenistische tienstedengebied]
uit Jeruzalem, uit Judea en van over de Jordaan.
Blijkbaar trad Jezus eerst op in Juda, het zuidelijke deel van het land, waar Jeruzalem, het religieuze centrum, lag, en waar ook Johannes doopte langs de Jordaan. Maar als Johannes gevangen genomen wordt, en niet zo lang daarna onthoofd, keert Jezus terug naar zijn meer afgelegen geboortestreek Galilea. Het dorpje Nazareth is dan blijkbaar toch te klein om zijn boodschap te kunnen brengen; hij vestigt zich in het handelsstadje Kafarnaüm aan het grote meer, en van daar trekt hij rond in heel Galilea.
‘Zijn uur’ om zich over te leveren aan de handen van de mensen, zoals het Johannesevangelie zal zeggen, is nog niet gekomen. Eérst wil hij onder de mensen vertoeven. Hij wil hun vreugde en leed delen én het daar middenin verkondigen dat G-d nabij is! Hij wil mensen laten zíen dat in wat voor duisternis ook, er licht opgaat vanwege G-d. Hij wil mensen helen, zodat ze weer Léven.
Veel getimmerd – zoals hij in zijn jonge leven had geleerd en uitgeoefend – zal hij niet meer hebben gedaan, of het ware aan de weg …