Over G-d en Jij
We kregen soms eens de vraag waarom we ‘God’ steeds schrijven als ‘G-d’.
En ook wel eens over de Jij-vorm die wij voor G-d gebruiken.
Hier lees je de duiding daarvan.
Het woord ‘God’ is een combinatie van letters die iets wil aanduiden, zoals we met het woord ‘stoel’ iets willen aanduiden. Zelfs bij die ‘stoel’ merk je het al: Zou jij nu hetzelfde in je gedachten hebben als ik, nu ik dat woord schrijf? Met God strekt die onwetendheid nog veel verder, omdat God per definitie onkenbaar is. Het gevaar is dus reëel dat als we het woord ‘God’ gebruiken, we dénken dat we weten waar het over gaat, terwijl dat net níet het geval is! Dáárom dus schrijven we ‘G-d’, om er ons iedere keer op attent te maken dat die letters ‘alleen maar’ een tastende aanduiding zijn van de Onkenbare en om onze geest open te houden op misschien nog heel onvermoede aspecten van die G-d.
Waar we in onze vermoedens wél dichtbij komen, is dat G-d niet ‘iets’ is, maar ‘iemand’, veeleer ‘relationeel’ dan ‘rationeel’, zoals we ook wel zeggen. Daarom schrijven we ook vaak in de 2de persoon: we spreken G-d aan als Jij!
Sommige mensen vinden het vreemd de beleefdheidsvorm (Gij, U) te verlaten. Nochtans bestaat die noch in het Hebreeuws, noch in het Grieks, noch in het Latijn! En al sinds járen hebben al onze buurtalen (Frans, Engels, Duits) die beleefdheidsvorm geschrapt uit hun aanspreking van G-d! Want ‘relationeel’ als hij is, wil hij dichtbij komen en mogen wij hem ook dicht naderen, als een vriend.
Het verlaten van de beleefdheidsvorm houdt helemaal geen on-respect in. Ben je minder respectvol voor een vriend? Ook houdt het niet in dat ik zou gaan samenvallen met G-d. Jij bent wel degelijk ánders dan ik! Wél houdt het de uitnodiging in om met die G-d op stap te durven gaan, heel persoonlijk, en ‘gaandeweg’ íets te gaan ontwaren van wie G-d is …