Verbonden Leven

Psalmen4

Psalm van de maand: november

Kunstwerk als verwerking van de Psalm gemaakt door Elly Mondelaers

Psalm 16

Mijn God, mijn behoeder,
bij Jou vind ik beschutting.
Mijn ziel zingt tot Jou:
Jij bent mijn goed, mijn al.

Alle Godzoekenden zijn mij tot vriend,
maar wie andere goden dienen
vermeerderen hun zorgen.
Ik zal ze niet eren, niet noemen.

Mijn God, Jij schenkt Je aan mij:
een volle beker, een steunende hand.
Jij meet mij ruimte van leven toe:
lieflijk en vervullend.

Ik loof Je, mijn God die mij raad geeft
- zelfs 's nachts onderricht Je mij verborgen.
Ik stel Jou altijd voor ogen;
ik wankel niet; Jij staat naast mij.

Daarom heb ik vreugde in hart en ziel
en woont mijn lichaam in vrede.
Jij geeft mij niet prijs aan de dood;
wie Jou trouw is, gaat niet ten onder.

Jij wijst mij de weg ten leven:
verzadiging van vreugde,
veilig voedende weidegrond,
in jouw nabijheid - tot altijd.

 

 

(Gezongen door zuster Godeliph (Sint-Trudoabdij) en Elke Poppe (pastorale eenheid Sint-Trudo-Assebroek), met citerbegeleiding)

Psalm 16 - Aanzet

Ruimte van léven
Wat een titel! Die roept op zichzelf al een hele waaier van gedachten en gevoelens op.
- Ruimte, als in een plek, ergens op deze wereldbol. En daar mag ik leven. Die plek is thuis, die plek is op het werk, die plek is daar waar ik met vakantie ga.
- Maar ook ruimte, als in jij die met al wie of wat je bent deel mag uitmaken van een Godsrijk in opbouw. Jij mag er jouw eigen steentje bijdragen in het creëren van een ruimte waar jijzelf en velen met jou zinvol mogen leven.
- En daar vloeit van vanzelf léven uit voort. Daar waar jij je leven als zinvol ervaart, wordt jouw leven goddelijk Léven. En als anderen daarvan mogen meegenieten, wordt hun leven vanzelf ook een beetje meer Léven.

Naar sporen van die titel ga ik op zoek in de psalm zelf …

Mijn God, mijn behoeder, bij Jou vind ik beschutting.
Ruimte van léven begint met beschutting, met een dak boven je hoofd. Deze openingszin van de psalm voelt voor mij alsof God mij een hand boven het hoofd houdt. Hij zorgt voor ieder van ons op een passende manier.
Mijn ziel zingt tot Jou: Jij bent mijn goed, mijn al.
Zelf zie ik dat niet dat iedereen dan letterlijk zou zingen. Ik doe dat wel, omdat zingen nu eenmaal een deel is van wie ik ben. Het is een deeltje van dat ‘goed’ dat Hij mij gaf. Voor anderen zal dat tuinieren zijn of schilderen of poëzie schrijven of lekker koken of mensen nabij zijn of … Ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is, zegt het spreekwoord. Voor mij gaat het erom dat ieder van ons leeft vanuit die Goddelijke kern in zichzelf. En vanuit die Goddelijke kern zet ieder van ons iets in de wereld, waar niet alleen wijzelf maar ook anderen van kunnen genieten. Dankbaarheid naar God toe kan de kleur krijgen van belangeloze inzet op onze wereldbol, zijn Schepping.

Alle Godzoekenden zijn mij tot vriend.
Gaat het er niet om dat ik in al wie ook leeft vanuit die Goddelijke vonk iets daarvan herken? En dat er dan vanzelf zoiets als een connectie ontstaat? Ik merk dat zo vaak bij onze mensen met een meervoudige beperking. Daar waar zij enthousiasme uitstralen, daar word ik vanzelf
ook gelukkig van. In een knuffel van de één, in de kookkunsten van een ander, in het samen zingen van onze koorleden, in de creativiteit in onze ateliers, daar voel ik enthousiasme. Daar voel ik dat zoeken naar het volle léven, … en dus naar (God?). En dan trilt er iets mee in mij.

Jij meet mij ruimte van léven toe: lieflijk en vervullend.
Als de basisbehoeften zijn vervuld – de volle beker, de steunende hand – ontstaat die Goddelijke ruimte van léven. Eens je genoeg hebt, en je je geen zorgen hoeft te maken over het nodige om te overleven, kan ruimte van léven ontstaan. Mij lijkt het dan vooral te gaan om de keuzes die we maken. Kiezen we dan voor prestige, voor uiterlijke glorie, voor dat wat als succesvol aanzien wordt, of kiezen we voor dat wat lééft, diep in ons. Als we dat laatste kiezen, dan kiezen we voor ware rijkdom, ook al lijkt dat niet altijd zo.

Zelfs ’s nachts onderricht je mij verborgen.
Ja, God richt onze wegen. En wij, als we luisteren, dan gaat het ons goed. Luisteren we niet (of niet zo goed), dan gebeurt er iets aan ons. We voelen dan dat er iets hapert, dat we even op onze stappen moeten terugkeren, om dan de juiste weg in te slaan. En ja, soms komen de nieuwe inzichten ook na een nachtje slapen. Immers, God geeft het zijn beminden in de slaap. Bij mij ziet dat er vaker uit als ‘een nachtje wakker liggen’, maar ook daarvan kan ik zeggen dat er klaarheid komt, onderricht, inzicht in een te volgen weg.

Daarom heb ik vreugde in mijn ziel … Jij wijst mij weg ten léven!
En ja, zo te leven brengt dat volle léven. ’t Is niet altijd de gemakkelijkste weg, maar wel een boeiende weg. Eentje waaruit zegen ontstaat, voor mezelf en voor velen. Als ieder van ons die weg zou gaan, dan werd het leven op aarde hemels. En dat, zou dat niet echt ruimte van léven zijn?