Verbonden Leven

Zoek

Zoektip

Zoektip:

Tik Joh. 1,25 
of tik je specifieke zoekterm in (vb. engel) 

Lc.17,20-25 (10/11/2022)

De Farizeeën vroegen hem nu wanneer het rijk van God zou komen.
Hij antwoordde hen: “Het koninkrijk van God komt niet zintuigelijk observeerbaar. Je kunt niet zeggen: Kijk, hier!, of: Kijk, daar! Want het koninkrijk van God is binnenin jullie.”
Tegen zijn leerlingen zei hij nu: “Er zullen dagen komen dat jullie zullen wensen één dag van de mensenzoon te zien, maar je zult die niet zien. Men zal tegen jullie zeggen: Kijk, hier!, of: Kijk, daar! Ga daar niet heen; volg ze niet. Want zoals de bliksem de hemel verlicht van het ene eind tot het andere, zo zal het ook zijn op de dag van de mensenzoon. Maar eerst moet hij veel lijden, verworpen worden door de mensen.”

Het ‘koninkrijk van G-d’ is niet iets om met meetlat en microscoop te lijf te gaan. Wie op het spoor wil komen van dat ‘koninkrijk’ kan dat niet (be)rekenend of tellend.
Is dat ‘koninkrijk’ dan onzichtbaar? Toch niet; het wordt wel degelijk heel concreet – of zou dat toch moeten. Maar het start in het innerlijk van de mens. Jawel, van de mens! Het ‘koninkrijk van G-d’ start waar de mens – ik en jij – G-d de facto ‘koning’ willen laten zijn over ons leven. Mag híj mijn dagelijkse handel en wandel bepalen? Mag híj vorm geven aan mijn leven, in de kleine en de grote dingen? (I.p.v. over het ‘koninkrijk’ te spreken, zouden we dus beter spreken over ‘het koningschap van G-d’.)
Er zit nog een venijnige angel in de staart. Dat ‘koningschap’ – net daar waar wij het heel concreet, radicaal en con-sequent, zouden gaan waarmaken – brengt lijden met zich mee! Jezus ging er ons in voor. Volgen wij? Wie ‘het koningschap van G-d’ zichtbaar maakt, zál tegenstand ontmoeten!

Lc.21,29-33 (25/11/2022)

Nu vertelde hij hen [zijn leerlingen] een gelijkenis: “Kijk naar de vijgenboom, en alle bomen. Wanneer jullie zien dat zij beginnen te ontspruiten, weet je uit jezelf dat de zomer dichtbij is. Zo moeten jullie ook, wanneer je deze dingen ziet gebeuren, weten dat het koninkrijk van God dichtbij is. Jazeker, ik zeg jullie: Deze generatie zal niet voorbijgaan totdat al deze dingen gebeuren.
Hemel en aarde zullen voorbijgaan, maar mijn woorden gaan nooit voorbij.”

Hier en elders in het Evangelie drukt Jezus zijn leerlingen op het hart dat ze ‘de tekenen’ moet leren begrijpen. Dat zijn geen tovertrucjes of waarzeggerij, maar heel simpelweg wat er te zien ís. Voor Jezus liggen die dingen ‘voor het rapen’ in de natuur en de gebeurtenissen van elke dag. Althans voor wie kijkt met open ogen, gezond verstand en een gelovig, d.i. vertrouwvol, hart!
Dat is vandaag niet anders voor ons dan toen (zoals zoveel uit de Bijbel blijkt te gaan over zeer herkenbaar menselijke dingen, ook al spelen ze zich zo lang geleden af). Mensen blijven duidelijk mensen … Waarzeggerij is niet aan de orde. Daar kom je niet verder mee – alleen de toekomst brengt ons verder 😉! Met een heldere kijk in de wereld staan en je laten leiden door het kompas van G-ds Woord, dáárin ligt het ‘geheim’ (dat dus geen geheim is) van het ‘lezen van de tekenen’.
Welnu, ‘de tekens’ vertellen ons: alle levensvórmen – een boom, een mens, een natie, een oorlog, een werk, … - hebben hun seizoenen; maar het Léven is eeuwig!

Lc.7,24-30 (15/12/2022)

Toen Johannes’ gezanten vertrokken waren, begon Jezus tegen de menigte over hem te spreken: “Waar zijn jullie naar gaan kijken in de woestijn? Naar het wuiven van het riet in de wind? Waar ben je dan naar gaan kijken? Naar een mens in verfijnde kledij? Je weet het: de glansrijk en weelderig gekleden zijn te vinden in paleizen. Maar waar ben je dan toch naar gaan kijken? Naar een profeet? Ja, zeg ik jullie, zelfs meer dan een profeet!
Hij is het over wie geschreven staat: Kijk! Ik zend mijn boodschapper voor je uit die de weg voor jou zal bereiden. [Ex.23,20; Mal.3,1] Want ik zeg jullie: Onder wie uit vrouwen zijn geboren, is er niemand groter dan Johannes de doper, maar in het koninkrijk van God is de kleinste groter dan hij.
Wie hem hoorden – zelfs de tollenaars – recht-vaardigden God door zich te laten dopen met de doop van Johannes. Maar de farizeeën en wetgeleerden verwierpen de bedoeling van God ten gunste van zichzelf door zich niet door hem te laten dopen.”

Johannes de doper sprak niet ten bate van zichzelf, maar wel van hem door wie hij gezonden werd. Jezus is duidelijk voorstander van deze profeet en vraagt zich af waarom mensen eigenlijk naar hem toegingen. Hij buigt niet mee met de wind. Hij is niet wispelturig of verandert niet van standpunt bij de minste tegenstand. Zonder angst of enig oordeel spreekt hij de waarheid. Hij is niet bang om te zeggen wat moet gezegd, zelfs als zijn toehoorders dat niet willen horen.
Waarom zouden mensen naar ons toekomen? Hoe kijken mensen naar ons? Zien ze rietstengels die bewegen en doorbuigen bij elk nieuw modebriesje? Zien ze mensen die waarde hechten aan status en luxe en benomen worden door de materiële dingen? Of zien ze mensen die onbevreesd en consequent Jezus volgen in alles wat ze zeggen en doen?
Als ook wij plaats willen bereiden voor het koningschap van G-d dan zullen we groots moeten worden in onze kleinheid, vrijuit leren spreken niet ten eigen bate, maar in naam van G-d.

Lc.1,46-56 (22/12/2022)

En Maria zong het uit:
“Mijn ziel maak groot de Heer,
uitbundig blij is mijn geest om God, mijn bevrijder,
want hij heeft omgezien
naar de kleinheid van zijn dienares.
Kijk! Vanaf nu zullen alle generaties mij gezegend noemen.
Want hij die geestkrachtig is,
deed grote dingen aan mij.
Heilig is zijn Naam!
Zijn barmhartigheid duurt over alle generaties
voor wie hem vreest.
Hij toont machtige daden
en slaat hoogmoedigen van hart uiteen;
machthebbers haalt hij neer van hun troon
en kleinen maakt hij groot;
hongerigen vervult hij met goede gaven
en rijken stuurt hij weg met lege handen.
Hij trekt zich Israël, zijn dienaar, aan,
her-innerend zijn tederheid
– zoals hij het gezegd had tegen onze vaders –
voor Abraham en voor alle generaties, tot in eeuwigheid.”
Maria bleef ongeveer drie maanden bij haar
en keerde dan naar huis terug.

De vreugde die Maria innerlijk beroert, borrelt zich een weg naar buiten en wordt een uitbundig lied dat iedereen moet horen! Dat zou voor ons een uitnodiging mogen zijn: om de vreugde die in ons leeft vanuit ons geloof, jubelend kenbaar te maken in de buitenwereld.
Als wij, 21ste eeuwers, dat vaak níet doen, dat uitspreken van ons geloof, dan is het vaak omdat wij menen daar de woorden niet voor te vinden. Maria had als eenvoudig meisje nochtans minder woorden dan wij. En toch doet ze het wel! Ze is eenvoudig genoeg om zich te laten inspireren door haar voorgangers in het geloof en door de hele traditie daarin. Haar Magnificat wemelt van verwijzingen naar de Schrift (wat wij het Oude Testament noemen). Maria had het in zich opgenomen, en toen er vreugde in haar opwelde om het feitelijk gebéuren van die woorden, kwamen die woorden vanzelf mee naar boven!
Dat is wat het doet als je je durft te laten dragen door een traditie! Wij, 21ste eeuwers die denken het allemaal zelf te moeten uitvinden, hebben het daar wat moeilijk mee, maar Maria ‘bewijst’ dat dit zeer lévengevend kan zijn – je geeft er leven mee aan de Messias!

Lc. 5,12-16(13/01/2023)

Dit gebeurde toen hij in één van de steden [van Galilea] was: Kijk! Er was daar een man vol melaatsheid. Toen hij Jezus zag, viel hij voor hem neer en smeekte: “Als jij het wil, ben je in de kracht mij te reinigen!”
Jezus strekte zijn hand uit en raakte hem aan: “Ik wil: word gereinigd!”, en onmiddellijk verdween zijn melaatsheid. Hij gebood hem het nog aan niemand te zeggen, maar zich te laten zien aan de priester en het reinigingsoffer te brengen [in de tempel in Jeruzalem!], zoals Mozes het geboden had [Lev.13-14], als getuigenis voor hen. Maar eens te meer ging het gerucht over hem rond en velen kwamen samen om hem te horen en om door hem te worden geheeld van hun ziekten.
Hij echter trok zich telkens terug op eenzame plaatsen om te bidden.

In deze passage wordt duidelijk dat mensen heel maken, hen uit hun isolement halen, een proces van ‘samen’ is. Je hebt elkaar nodig.
De uitgeslotene (een man vol melaatsheid): Hij moet op een of andere manier te kennen geven dat hij wil gereinigd worden (Hij viel voor Jezus neer en smeekte).
Jezus: Hij wil de man genezen (“Ik wil: word gereinigd”). Hij raakt hem aan. De aanraking op zich is al helend omdat ze zonder woorden laat voelen: ‘Ik accepteer jou. Ik neem je zoals je bent. Ik zie achter jouw ziekte de mens.’ Nadien stuurt hij de man verder naar de priesters.
De priesters: Zij zorgen ervoor dat dit alles ook officieel kan afgerond worden en de man opnieuw als goedgekeurde burger aan het leven kan deelnemen.
Wonderen gebeuren dus niet door een solo-optreden. Wonderen gebeuren: Als je het geloof van Jezus deelt. Als je samen met hem gelooft dat het anders kan, en dat geen enkele situatie een noodlot is, onveranderlijk of hopeloos. Als je gelooft dat mensen helen mogelijk is. Wonderen gebeuren … maar nooit alleen!

Lc.2,22-40 of 22-31 (2/02/2023)

Toen de dagen van hun reiniging vervuld waren [40 dagen na de geboorte], brachten zij hem naar Jeruzalem – volgens de wet van Mozes [Lev.12,1-8] – om hem voor te stellen aan de Heer. – Zoals geschreven staat in de wet van de Heer [Ex.13,2-15]: Al het eerstgeborene van het mannelijk geslacht moet aan de Heer worden toegewijd. – en om – volgens de wet van de Heer – de offerande te brengen: een koppel tortels of twee jonge duiven. [= zoals voor armen was bepaald]
Kijk! In Jeruzalem woonde iemand die Simeon heette. Hij was een rechtvaardige en een toegewijd gelovige man die uitzag naar de vervulling voor Israël [de messias] en de heilige Geest was met hem. Het was hem door de heilige Geest geopenbaard dat hij niet zou sterven voor hij de gezalfde[christos/messiah] van de Heer zou hebben gezien.
In die geest kwam hij naar de tempel en toen zijn ouders de boreling Jezus binnenbrachten om de gewoonten van de wet aan hem te voltrekken, ontving ook hij het in zijn armen. Hij loofde God en zei: “Nu maak jij je dienaar vrij, in vrede, meester – volgens jouw woord. Want mijn ogen hebben jouw bevrijding [soteria] gezien die jij bereid hebt voor alle volken: een licht, tot verlichting van de volken en tot heerlijkheid van jouw volk Israël.”

Ik vermoed – vrees een beetje – dat het gebaar van het ‘opdragen van een nieuwgeboren kindje’ op onze dagen helemaal verdwenen is. Ik heb nog foto’s van hoe mijn moeder mij nog voor mijn doopsel naar de kapel van het ‘moederhuis’ bracht om mij daar ‘aan G-d te tonen’. Nuchter bekeken is dat natuurlijk iets geks. Alsof G-d dat nodig had om mij te ‘zien’. Maar het gaat natuurlijk om het gebaar van de ouders: zij tonen hun dankbaarheid!
In een wereld waar alles menselijk maakbaar lijkt – of toch zo geacht wordt – en ook de diepmenselijke gebeurtenissen nogal nuchter worden bekeken, lijkt het tonen van onze dankbaarheid aan G-d een anachronisme. Dat er dan geen zegenende woorden meer naar ons toe kunnen komen van mensen die rondom ons willen staan, is een spijtig en soms dramatisch bijeffect, want dan staan we er ook alleen voor.
Dankbaarheid – om een kindje of wat voor gave dan ook – zet ons leven in het juiste licht en zegent het tot groei en genade voor velen!

Subcategorieën