Verbonden Leven

Psalmen4

Psalm 125

Kunstwerk van Elly Mondelaers

Psalm 125

Wie op de Heer vertrouwt is als een ròts,
hij staat onwankelbaar vast tot altíjd.
Zoals de stad van God omgèven is door bèrgen,
zo omringt de Hèer zijn vòlk.

Nee, niet langer drukt de scepter van het kwàad
op het land van de rechtváardigen;
niet langer worden de rechtvàardigen verlèid
hun handen ùit te strekken naar ònrecht.

Wees goed, Heer, voor wie goed is en oprècht,
maar drijf hen van ons wég
die dwàalwegen gaan en ònrecht doen.
Vrede òver jouw vòlk!

 

 

 

(Gezongen door zusters van de St.-Trudoabdij, met citerbegeleiding)

 

Psalm 125 - aanzet

Deze maand een korte maar krachtige Psalm over vertrouwen in … onze Psalm, zingt het uit:

Wie op God vertrouwt is als een rots.

Hij zal niet wankelen. Zij blijft staan wat er ook gebeurt! Deze keer wordt het (zijn als een rots in de branding) in eerste instantie eens niet gezegd over G-d. Deze maand gaat het over de mens. Zou dat over mij kunnen gaan? Ik hoop het soms wel, maar is het ook zo? Vertrouw ik op G-d zodat ik onwankelbaar ben als een rots en vaststa ... tot altijd! Dat is niet niks. Onwankelbaar, stevig, blijvend! Ik twijfel toch wel. Ik weet niet hoe het met jullie zit, maar zo onwankelbaar ben ik niet. Ik heb regelmatig wel eens moeite om overeind te blijven! Als ik deze zin laat doordingen, lijkt het wel dat je als gelovige niet overspannen kan raken, of moedeloos zijn, of gaan twijfelen? Maar de realiteit leert me andere dingen. En ik vraag me af of ik wel zo opgewassen ben tegen onrust in en rondom mij, tegen ellende en de vele stormen die op dit moment de wereld (en het eigen leven) teisteren? Dit gaat toch wel ver!
En toch is het dat wat er in deze Psalm gezegd wordt! Maar… we moeten wel verder lezen. Want het beeld gaat door:

Zoals de stad van God omgeven is door bergen,
Zo omringt de Heer zijn volk.

Het is dus niet alleen de mens en we hoeven er dus niet vanuit te gaan dat wie gelooft onwankelbaar is in zichzelf. Hij staat niet uit zichzelf vast als een rots, maar het is G-d, rondom zijn mensen. Het is het vertrouwen in G-d dat je sterk doet staan! Hij geeft je dat onwankelbare fundament en daarom staat wie op hem vertrouwt vast. G-d als een veilige bergketen om je heen, als het stabiele fundament onder het leven. Een veiligheid en een fundament waar je op mag vertrouwen, waarop je kan rusten in een onrustige en wankelende wereld. Een fundament waarop je kan bouwen.
Ondanks alle ellende, oorlog, klimaat, stress, ziekte, … blijft de psalmist geloven/vertrouwen, omdat hij verder durft te kijken. Waarschijnlijk ziet hij het nog niet, en toch vertrouwt en gelooft hij. Dat is zijn geheim. Hij weet dat er een G-d is die kracht ten goede geeft (zoals de titel van onze Psalm het zegt). Hij is ervan overtuigd dat het in de wereld niet zal blijven zoals het nu is! Onrecht blijft niet heersen.

Niet langer drukt de scepter van het kwaad

Daar mogen ook wij op vertrouwen.
En dat geeft mij toch wel vertrouwen voor de wereld, voor het leven en voor mezelf. Ook al zijn er lastige (zelfs heel lastige) dingen, ook al stormt het, er is een G-d die mij belooft: Ik zal zijn en blijven. Ik laat je niet alleen. Ik geef je een kracht ten goede! Als ik daarop vertrouw, op zijn woord, dan sta ik vast, onwankelbaar. Vast als een rots, een berg, met hoge (goddelijke) bergen eromheen! Geloven wordt dan een veilige ruimte om in alle vrijheid in te bewegen, met vaste grond onder de voeten. Als alles lijkt te beven en onrust te sterk wordt, tóch hierop mogen vertrouwen: ik ben een kind van God. Dat ben ik, en dat blijf ik!
Is dit nu vrome praat? Kan dat wel? Gewoon leven en handelen uit vertrouwen, terwijl het daarbuiten zo hard stormt? Eind vorige maand liep ik wandelend doorheen Nederland en werd daar op bijna elke wandeling geconfronteerd met heel veel waterlelies. Zij gaven mij alvast een begin van antwoord.
Eender hoe hun (die van de waterlelies) omgeving is, of het rondom stil is of stormt, of hun leefomgeving een en al vervuilde boel is of chaos. Of de zon schijnt, of het regent, of de maaimachine nadert tot op drie centimeter – de lelie staat en doet wat zij te doen heeft, groeien en bloeien. Wij daarentegen maken ons bij elke dreigende gebeurtenis druk. We beginnen te piekeren en te discussiëren over de vraag: “Wat moeten we doen?” De lelie niet. Zij zegt – al zwijgend – eigenlijk is er niets te doen. Laat het los. Stop met al dat ego-gedoe. Laat die grootdoenerij gewoon los. Denk niet dat je zo groot of machtig bent dat je de wereld op je eentje zou kunnen redden. ’t Enige dat je kunt doen, is vertrouwen. Vertrouw op G-d. Hij geeft je een kracht die ten goede keert. Kijk en zie naar de natuur rondom je, dat is alvast het levende bewijs. Er is in alles en allen een ingeschapen kracht aanwezig. Ze is er in elke bloem, in elke boom, in elke mens, in de gehele wereld. Dus zwijg, vertrouw en luister naar die kracht.
En als je leven hiervan mag getuigen, dan zijn anderen vaak verwonderd. Ze vragen dan: Wat maakt jou zo rustig? Heb jij een geheime bron van ‘basis’vertrouwen? En dan kan ik alleen maar zeggen: “Ga de natuur in, open je ogen en je zal het ook zien: er wordt ons kracht ten goede gegeven!”

Vrede over jouw volk!