Zoek
Zoektip
Zoektip:
tik vb. Mt. 1,21-12
tik een specifieke zoekterm in (vb. engel)
Mc.4,1-20 (29/01/2025)
1 Opnieuw begon Jezus onderricht te geven langs het meer.
Er verzamelde zich zo’n menigte rondom hem,
dat hij in een boot stapte en daarin ging zitten, op het meer,
terwijl de menigte op het land langs het meer bleef.
2 Hij onderrichtte vaak in gelijkenissen.
Nu zei hij in zijn onderricht tegen hen:
3 “Luister!
Kijk, een zaaier ging uit om te zaaien.
4 En het gebeurt, tijdens het zaaien,
dat een deel op de weg viel.
De vogels kwamen en aten het op.
5 Een ander deel viel op steenachtige grond
waar het niet veel aarde had.
Onmiddellijk kwam het op,
omdat het niet veel diepte had,
6 maar toen de zon opkwam, verschroeide het,
omdat het geen wortel had.
7 Een ander deel viel tussen de dorens.
Die kwamen op en verstikten het,
zodat het geen vrucht gaf.
8 Een ander deel viel in goede aarde.
Opkomend en groeiend, gaf het vrucht,
deels dertig-, deels zestig-, deels honderdvoudig.”
9 En hij besloot:
“Wie oren heeft om te horen, moet luisteren!”
10 Maar toen hij alleen was,
stelden zij die samen met de twaalf bij hem waren,
hem vragen over de gelijkenissen.
11 Hij zei hen:
“Aan jullie is het gegeven
het geheimenis van het koningschap van God te kennen,
maar voor wie buiten staat, gebeurt dit in gelijkenissen.
12 opdat [vervuld zou worden wat geschreven staat, dat]
zij kijken, maar niet zien,
en horen, maar niet begrijpen,
opdat zij zich niet hoeven te bekeren
en hun zonden vergeven worden.” [Jes.6,9-10]
13 Verder zei hij tegen hen:
“Als jullie de kunst niet verstaan van deze gelijkenis,
hoe zul je dan alle gelijkenissen vatten?
14 De zaaier zaait het woord.
15 Sommigen zijn als [het zaad dat] op de weg [valt]:
Het woord wordt wel gezaaid,
maar wanneer zij het gehoord hebben,
komt onmiddellijk de tegenstander [satan]
en neemt het woord weg dat in hen is gezaaid.
16 Anderen zijn als [het zaad dat] op steenachtige grond [is gezaaid]:
Wanneer zij het woord horen,
nemen zij het onmiddellijk in vreugde aan,
17 maar zij hebben geen wortel
– het zijn mensen van het moment.
Wanneer er vervolgens omwille van het woord
verdrukking of vervolging komt,
struikelen ze onmiddellijk.
18 Anderen zijn als [het zaad dat] tussen de dorens [is gezaaid]:
Zij horen het woord,
19 maar de zorgen van deze wereld,
de begoocheling van de rijkdom
en de begeerte naar allerlei zaken
dringen binnen en verstikken het woord
en het blijft vruchteloos.
20 Anderen zijn als [het zaad dat] in de goede aarde [valt]:
Zij horen het woord en verwelkomen het.
Zij dragen vrucht,
soms dertig-, soms zestig-, soms honderdvoudig.
Het lijkt een idyllisch plaatje: Jezus zo op een bootje, met het meer achter zich als klankbord voor de vele toehoorders op de hellingen rondom. En ook dat beeld van de zaaier kan ons wel bekoren (ook al kennen we eigenlijk amper nog de realiteit ervan). Maar laten we ons daarop niet blindstaren! Wat Jezus probeert te vertellen is helemaal niet zo idyllisch!
Het gaat over tevergeefs een boodschap van Léven brengen, omdat doornen, rotsen, hitte en ‘doofheid’ dan toch weer sterker lijken. Het gaat over graan in de aarde – als beeld voor ons eigen leven! – dat éérst moet sterven eer het vruchtbaar kan worden. Het gaat om een mysterievolle boodschap, die we pas kunnen benaderen als we dicht genoeg bij Jezus leven.
Als wij op de helling langs het meer staan te luisteren naar zijn boodschap, gaat ons hart – die vruchtbare grond – dan open, of gaat die ‘het ene oor in, het andere uit’ (waarbij het alleen onze hersenen passeert, die blijkbaar níet zo vruchtbaar zijn …)?
Laten we met moed luisteren, dán worden we leerling van Jezus.