Zoek
Zoektip
Zoektip:
tik vb. Mt. 1,21-12
tik een specifieke zoekterm in (vb. engel)
Lc.5,17-26 (9/12/2024)
17 Eens was Jezus aan het onderrichten.
Er waren farizeeën en wetsleraren gekomen
uit alle dorpen van Galilea en Judea en uit Jeruzalem.
En de geestkracht tot heling was in hem.
18 Kijk! Er waren enkele mannen die op een draagbaar
iemand droegen die verlamd was.
Ze probeerden hem binnen te dragen
en onder zijn aandacht te brengen.
19 Maar door de menigte
vonden ze geen doorgang om hem binnen te dragen.
Daarom gingen zij het dak op
en lieten hem op de draagbaar neer,
door de daktegels heen, vlak voor Jezus.
20 Bij het zien van hun vertrouwen,
zegt hij tegen hem: “Je zonden zijn je vergeven.”
21 De schriftgeleerden en farizeeën begonnen onderling te discussiëren:
“Wie is hij wel, dat hij zo godslasterlijk spreekt?
Wie kan zonden vergeven behalve God alleen?”
22 Maar Jezus onderkende hun redeneringen en vroeg hun:
“Wat redeneer je daar in je hart?
23 Wat is makkelijker te zeggen:
‘je zonden zijn je vergeven’ of ‘sta op en loop’?
24 Welnu, zodat jullie zouden weten
dat de mensenzoon volmacht heeft
op aarde zonden te vergeven,
ik zeg je – zei hij nu tegen de verlamde:
Sta op, neem je draagbaar en ga naar huis.”
25 En onmiddellijk stond hij voor aller ogen op,
hij nam op waar hij eerst op neerlag,
vertrok naar huis en verheerlijkte God.
26 Ontzetting beving allen en zij verheerlijkten God.
Zij werden vervuld van vrees:
“Vandaag hebben wij onverwachtbare dingen [paradoxen] gezien!”
Je kunt deze passage vanuit verschillende hoeken lezen. Meestal doen we dat vanuit de verlamde, of eventueel de mooie rol van zijn dragers, maar strikt genomen gaat het er hier vooral over dat Jezus wil duidelijk maken dat hij als ‘mensenzoon’ de volmacht heeft zonden te vergeven. Het gebeuren met de verlamde dient als de bevestiging daarvan: “Wat is er nu makkelijker …!?”
Jezus speelt daarmee hoog spel. Hij wist ook dat de wetsleraren er van uit gingen dat alleen G-d zonden kan vergeven. Stelt hij zichzelf daarmee aan G-d gelijk? In zekere in wel, hoewel hij dat niet uitdrukkelijk zegt. Integendeel, hij zegt dat hij van G-d de volmacht gekregen heeft dat te doen – als ‘mensenzoon’.
Op andere plaatsen in het Evangelie horen we hoe Jezus zijn eigen volmacht om zieken te helen doorgeeft aan zijn leerlingen. Zieken helen blijkt ‘moeilijker’ te zijn dan zonden te vergeven. Díe volmacht is ons dus óók gegeven! Waar wachten we op om ze in de praktijk te brengen? Ongetwijfeld zouden we er ook vandaag wonderen mee verrichten!